maandag 22 maart 2010

Escalante – Capitol Reef – Torry

Maandag 15 juni 2009

Het Wilde Westen.


Lekker geslapen. Het heeft voordelen dat er een koffer weg is. Ik hoef nu niet te kiezen wat ik aan zal trekken. Klaas is blij dat mijn koffer weg is, want anders had hij in mijn rokjes moeten lopen....

We gaan vandaag op weg naar Capitol Reef. Eerst halen we levensmiddelen en ansichtkaarten. Escalante is niet zo’n grote plaats maar de supermarkt heeft genoeg keuze. Op de ramen van de winkel zitten leuke grappige posters en voor de aardigheid zet ik ze maar even op de foto.










De winkel heeft geen postzegels dus ook maar even naar het postkantoor. Om bij het postkantoor te komen moeten we een rondje door het dorp maken en zo komen we ook door een paar achteraf straatjes. De huizen die daar staan verdienen geen schoonheidsprijs. We hebben het al meer gezien maar ook hier houden ze niet van repareren of opruimen. Het is soms een rommeltje.

Daarna op weg. Een gedeelte van de route hebben we al eerder gereden toen we naar Calf Creek Falls zijn geweest. De weg gaat langzaam omhoog en op het hoogste punt gaat deze weer steil, met haarspeldbochten naar beneden. We zijn hier eerder langs geweest en het gaat nu wat gemakkelijker. We komen Calf Creek Recreation Area weer voorbij en dan gaat de weg weer steil ophoog. Richting the Hogback op the Scenic Byway 12 door Utah. Op sommige plekken is, op the Hogback, de wegberm maar een paar meter breed en kijk je zo in de diepte. Het is prachtig je hebt een uitzicht naar alle kanten, net alsof je in een vliegtuig zit maar niet vliegt.

Toch is deze weg best te rijden ook voor campers en eigenlijk is het maar een klein stukje. We hadden het gelezen maar voor we het in de gaten hebben zijn we het smalste stuk al voorbij.

Veel motormuizen zijn in groepen onderweg. Een mooi gezicht, dikke buik, grijze baard, stoer leren jack en reuze aardig. De easy-going people.

We krijgen veel commentaar op het feit dat we rijden in een camper met een Alaska-nummerbord. De mensen denken dat we dat hele eind gereden hebben. Spijtig dat ons fotoboekje in de zoekgeraakte koffer zit, want het was een leuke gelegenheid om iets over ons land te laten zien. De mensen zijn erg vriendelijk en ook nieuwsgierig waar we vandaan komen.

Ik krijg filminstructies en maak een filmpje terwijl we rijden. Het is goed om te doen want het is een prachtige route. Kunnen we deze winter thuis nog eens nagenieten.

Na een poosje komen we door het plaatsje Boulder. Het is een klein dorpje en stelt niet zo veel voor. Als we net buiten Boulder zijn zien we ineens een stofwolk en voor we het weten zitten we echt in het wilde westen. Allemaal koeien, kalfjes, maar er zitten ook stieren tussen, rennen ons tegemoet. En ja hoor, ook cowboys te paard! Elke auto blijft stil staan. Wij ook en eruit.

Ze komen recht op ons af, maar lopen aan weerskanten langs de camper. In het gedrang zijn de koeien de kalfjes kwijt dus zijn ze van slag en dat is te horen. Wat een herrie dat loeien van al die koeien. Aan het eind van de stoet waarschijnlijk de eigenaar. Mooi licht shirt aan, grote witte hoed op en 2 zoontjes, ongeveer 9 jaar rijden achter hem aan. Voorop en tussen door enkele Mexicanen te paard, die doen het werk. Maar ook het wilde westen is met de tijd meegegaan, mevrouw rijdt er achteraan in een 4 x 4. Prachtig om te zien.

De weg gaat weer langzaam omhoog en we bereiken een hoogte van 9305 feet. Op een overlook stappen we even uit om te genieten van het uitzicht. In de verte zien we Capitol Reef al liggen de bergen van the Waterpocket Fold. Het is frisjes en dat is ook aan de planten te zien. De eiken die er staan zijn geen bomen maar struiken. De kou en de wind houden hun kort en gedrongen. Aan de beplanting te zien is het hier nog maar net voorjaar, het blad is nog maar juist uitgelopen. Het blad van o.a. de eiken is nog teer, zacht en nog bleek groen van kleur. Wat een verschil met de eiken die we in Zion hebben gezien, die stonden al vol in blad.

Op deze hoogte zien we ook veel populieren en dan met name abelen. Witte stammen; ze zijn veel witter dan bij ons. In het verleden is hier ook een bosbrand geweest en dat is op verschillende plekken nog goed te zien. Bosbranden zijn verwoestend en het duurt tientallen jaren voor het bos zich echt hersteld heeft. Na een bosbrand zie je dat er snel weer planten groeien maar voor dat het weer is zoals het was duurt jaren en jaren.

Vervolgen komen we door Grover en vervolgens Torry, wat we eerst letterlijk links laten liggen, omdat we eerst naar Capitol Reef gaan. De route naar het park is al fantastisch, je krijgt zo al een aardige indruk van het park. Er zijn ruwe, roestbruine rotsen, maar ook witte en grijze rotsen.

Het park Capitol Reef is genoemd naar de gelijkenis van de rotsen die bestaan uit koepels van witachtige Navajo zandsteen en lijken op “Het Capitool” in Washington. 'Reef' verwijst naar een massieve heuvelrug die als natuurlijke barrière fungeert. Deze vouw vormde voor de eerste kolonisten een aanzienlijke belemmering. Capitol Reef National Park is het tweede grootste park in Utah, maar wordt veel minder bezocht dan andere in het zuiden van Utah. Waarschijnlijk is dat deels te wijten aan de nogal afgelegen ligging en wellicht omdat er geen duidelijke centrale attracties zijn. Dit Nationale Park is zeer langgerekt en het bestaat uit twee delen. In het noorden ligt Cathedral Valley, een dal waarin geerodeerde restanten van de Entrada Sandstone als haaientanden omhoogsteken tot een hoogte van 150 meter boven het een woestijnlandschap. De zandstenen rotsen doen door hun vorm aan kathedralen doen denken, vandaar de naam. Het andere gedeelte in het zuiden is een geologische fenomeen , de Waterpocket Fold, een rechte, 160 kilometer lange plooi (Reef) in de aardkorst die 65 miljoen geleden is ontstaan. Dezelfde kracht, van botsende continatale platen, vormde later het Colorado plateau en de Rocky Mountains. In deze plooi zijn de afgelopen miljoenen jaren enorme kuilen ontstaan waarin bij regen vele duizenden liters water bleef staan. De immense wanden van deze plooi bestaan uit rotslagen die zijn gevormd tijdens verschillende geologische tijdperken. Door de krachten in de aardkorst zijn de wanden schuin omhoog gedrukt. Gevolg is dat hierdoor de verschillende rotslagen zichtbaar geworden zijn.

De oorspronkelijke bewoners, ook wel fremont Cultruur genoemd, woonden in de buurt van de Fremont River in het noordelijke deel van het Capitol Reef Waterpocket Fold. Door middel van irrigatie verbouwden zij gewassen zoals, linzen, maïs, graan en squash (soort kalabas) en bewaarden dat in rotsholtes en stenen opslagplaatsen (granaries, gedeeltelijk gemaakt van de vele zwarte basalt keien).

In de 13e eeuw onderging dit gebied, waarschijnlijk door droogte, een grote verandering. De oorspronkelijke bewoners van de Fremont nederzettingen vertrokken. Deze Numic sprekende mensen noemden de Fremont granaries moki hutten en dachten dat het de woningen van een ras van kleine mensen of moki waren.

Na de Amerikaanse Burgeroorlog, verkenden leden van de Kerk van Jezus Christus of Latter-day Saints (Mormonen) uit Salt Lake City het gebied. Ze waren op de vlucht voor vervolging door de overheid i.v.m. polygamie. In 1866 voerden de Mormonen in dit gebied een militaire straf expeditie uit op plunderende autochtonen (indianen). In de jaren 1870, koloniseerden zij deze valleien wat leidde tot het stichten van Loa, Fremont, Lyman, Bicknell en Torrey.

De Mormonen vestigden zich in de Fremont River Valley zoals Junction (later Fruita). Fruita prospered, Caineville barely survived, and Aldridge died. Door het goede klimaat en de vruchtbare grond, rond de Fremont rivier, was het mogelijk gewassen te telen en boomgaarden aan te leggen met verschillende soorten fruit. Op verschillende locaties staan nog detraditionele pioniers gebouwen, zoals een schooltje, werkplaats van de smid, schuur en winkeltje met woning die men kan bekijken. Hier en daar staan ook nog oude wagens en ander landbouwgereedschap.

De boomgaarden zijn beschermd en worden goed onderhouden. Dode bomen worden door nieuwe fruitbomen vervangen. Als het fruit rijp is kunnen bezoekers het tegen een kleine vergoeding meenemen. Fruita floreerde en in aanvulling op de landbouw, werd kalk gewonnen uit lokale kalksteen. Ook werd er in het begin van de 20e eeuw uraniumerts gedolven wat in in 1904 resulterende in de Olyer Mine in Grand Wash.

Het leven in Fruita was goed, maar niet meer dan tien gezinnen hadden een bestaan in de vruchtbare, overstromingsgevoelige, vlakte van de Fremont rivier. Het gebied bleef geïsoleerd en werd later, toen het in 1937 een Nationaal Monument werd, verlaten. Gebouwen die achterbleven werden gerestaureerd door de National Park Service. in 1937 werd het braakliggende gebied, (37.711 acres 152 km ²) van het Capitol Reef een National Monument. Later werd nog meer gebied aan het park toegevoegd en het is nu 1.028 km ² groot. Ook particuliere terreinen in en om Fruita zijn aangekocht. Deze uitbreiding had financiële consequenties een Nat. Park kreeg meer financiële vergoeding dan een Nat. Monument en in 1971 werd het een National Park.


Via Torrey rijden we richting Capitol Reef en we hebben een uitzicht op de heuvelrug van Waterpocket Fold en even later zien we een andere rotsformatie de Twin Rocks. Verderop is een andere bijzondere rotsformatie Chimney Rock, een hoge rots die - zoals de naam al aangeeft - op een schoorsteen lijkt. Als we doorrijden zien we aan de linkerkant van de weg een rotspartij met de naam The Castle. We rijden door naar het Visitor Center voor informatie over diverse trails. Vanaf het Visitor Center begint de 10 mijl lange Scenic Drive, die parallel loopt aan de Waterpocket Fold.

Iets voorbij het Capitol Reef bezoekerscentrum vinden we de voormalige nederzetting van de Mormonen, opgericht in 1870, ook wel Fruita genaamd.













We komen enkele boomgaarden voorbij en zetten de auto op een parkeerplaats van Chestnut Picnic Area, en het kampeerterrein van Fruita Campground. Langs de picknick plaats staan gigantische grote wilgen, waarschijnlijk door de Mormonen nog geplant. Ook deers lopen op de picknick plaats en zijn helemaal niet bang. Ze staan je aan te kijken van he ik was hier eerst dus tikkie terug jij. Het is wel een hele leuke ervaring zo dicht bij te kunnen komen. We steken de Fremont River over en bekijken een paar oude gebouwtjes die daar nog staan. Ook staat er nog een oud (vracht) autootje gestald. In een gebouw is een winkeltje maar er zijn ook nog een paar kamers in oorspronkelijke staat.










Vanaf het kampeerterrein begint de Fremont River Trail die we willen gaan lopen. Het is geen lange trail, 3,2 kilometer met een gering hoogteverschil van 140 meter. De wandeling loopt langs de rivier, door een gebied met boomgaarden. Vervolgens stijgt het pad bij Miners Mountain, en komt uit bij een uitkijkpunt vanwaar we de heuvelrug van Capitol Reef goed kunnen zien. Op de top rusten we even en praten met andere, Amerikaanse, wandelaars. Een prachtig uitzicht en nu is duidelijk te zien dat de kliffen schuin omhoog steken. Ook is goed te zien dat de rotsen uit verschillende lagen gesteenten bestaan. Het is prachtig dit een keer van heel dicht bij te kunnen zien.

De verschillende kleuren en rotsstructurenvallen op. Ook is goed te zien dat de rots langzaam eroderen en helemaal vervormen en verpulveren.

We zien hellingen bezaaid met rotsblokken met allemaal verschillende kleuren en vormen.

Op een andere helling liggen alleen maar zwarte ronde rotsblokken,

waarschijnlijk afkomstig van een vulkaan uitbarsting uit het verre verleden. Als je dan afdaalt is er om elke bocht weer een verrassing.

Beneden komen we een Nederlander tegen die ons voor slangen waarschuwt. Die hebben wij vandaag gelukkig niet gezien. Daar denkt Klaas trouwens anders over…. Het is weer warm, we nemen even rust. Op de terugweg gaan we even langs Panorama Point vooral middags laat en ‘s avonds, als de zon wat laag staat, moet het daar prachtig zijn. Het uitzicht is prachtig maar het is bewolkt en in de verte regent het zelfs, dus de weergoden zijn ons niet gunstig gezind. We zetten een bakje koffie en genieten maar even van de omgeving en het uitzicht. In de verte zit iemand trompet te spelen, door de bergen klikt het heel leuk. We gezellig zo'n live optreden op de achtergrond. We zien auto's via de dirth road doorrijden naar Goosnecks Overlook en Sunset Point. Met de camper kunnen we daar niet heen, jammer.

Daarom maar op weg met onze camper naar onze gereserveerde overnachtingsplek, Thousand Lakes RV Park in Torry. Daar hebben we weer de mooiste plek! Op het moment dat ik dit schrijf is de zon net onder gegaan, de hordeur gesloten en scheef vooruit zie ik een ruig landschap met een grote berg. Picknick tafel voor de camper, wat een weelde.





zondag 21 maart 2010

Escalante - Hole in the Rock Road - Devils Garden -Spooky & Peek-a-Boo - Escalante

Zondag 14 juni 2009.

Op de dag van de Heer wandelen in de tuin van de duivel…

We zijn er vroeg bij want vandaag gaan we met een ATV (all terrein vehicle) op pad door Grand Staircase-Escalante National Monument.

Grand Staicase Escalante NM is een geweldig groot, 7571 vierkante kilometer, gevarieerd natuurpark wat zich uitstrekt van de Grand Canyon tot de top van de Paunsagunt Plateau en de Paria rivier. In 1870 maakt geoloog Clarence Dutton een eerste concept van deze regio als een gigantische trap, met 5 verschillende soorten gesteentes, oplopend uit de bodem van de Grand Canyon (A) in noordelijke richting via Zion (E) naar Bryce (H). De 5 gesteenten zijn, beginnend met de jongste, Pink Cliffs (B), Grey Cliffs (C), White Cliffs (D), Vermilion Cliffs (F), en Chocolade Cliffs (G). “A grand stairway of sequential cliffs and terraces” vandaar ook de naam Grand Staircase.

Door valleien is het gebied in 3 verschillende regio’s te verdelen. Grand Staircase begrenst door het Paunsagunt Plateau aan de ene kant en The Cookscomb (met de Cottenwood Road) aan de andere kant. Dan Kaiparowits Plateau begrenst door The Cookscomb en Straitght Cliffs / Fiftymile Bench (met de Hole in the Rock Road). Vervolgens The Canyons of the Escalante begrenst door Straitght Cliffs en the Waterpoccket Fold.

In kader van de Wet Oudheden werd dit park, in 1996, door president Clinton aangewezen als US Nat. Monument.

Het park wordt beheerd door het Bureau of Land Management. De Grand Straircase was het eerste BLM's openbare nationaal monument in Utah. Het gebied biedt een unieke combinatie van archeologisch, historisch, paleontologische, geologische en biologische zaken. BLM Utah beheert openbare gronden voor uiteenlopende toepassingen. Het betreft niet alleen het beheer van mineralen, energie, vee en voederareaal, maar ook de bescherming van historische en culturele rijkdommen. De openbare landerijen in Utah bieden ongeëvenaarde mogelijkheden om te genieten van de eenzaamheid en outdoor recreatie. Iedereen is vrij in dit gebied te recreëren en te kamperen.


De ATV is gisteravond al gebracht en staat voor onze camper. Om 8.30 uur rijden we weg. Tas met proviand mee en vooral veel water. We hebben een uitgebreide route van de verhuurder ontvangen. Het eerste stuk gaat door het dorp. Dan door het buitengebied met vele vreemde huizen die je met de camper niet zult tegenkomen omdat ze niet aan de grote weg staan. Vaak zijn de erven rommelig, ze hebben hier alle ruimte en het is net of ze dan ook niets opruimen.

De weg, Cedar Wash Road, wordt ruwer, het is een dirt-road, dat betekent geen asfalt, gewoon zand, steenslag of modder met grind. Het rijden gaat best. ’t Is leuk om lekker te scheuren. Af en toe komen we over wildroosters omdat het vee (beef cow’s) hier los lopen. Waar die beesten van leven is mij een raadsel. De begroeiing is droog en bestaat voor een groot gedeelte uit sagebrush (salie). Het is een grof, harde, zilver-grijze struik met gele bloemen en groeit in droge delen van westelijk Verenigde Staten. Het is de primaire vegetatie in grote delen van het Great Basin woestijn.

Omdat we een totaal andere route rijden dan gebruikelijk komen we na 10,1 mile bij een locatie waar, volgens de verhuurder, een kleine arch (boog) moet zijn. Een eindje lopen, dan naar beneden door een wash (droogstaande waterbedding) en inderdaad verderop is een kleine arch, de Cedar Wash Arch.

Uitgesleten door het water, en de wind. Heel wat anders dan we tot nu toe gezien hebben. De geel-witte steensoort is vrij zacht dus geen wonder dat hier een boog ontstaan is. We lopen terug en kunnen het pad terug niet meer vinden. Dan maar even gaan spoorzoeken je bent uiteindelijk in het wilde westen. Na goed speuren zien we waar we naar beneden zijn gekomen. Gelukkig maar, snel naar boven naar waar we de ATV hebben achtergelaten.

Vervolgens gaan we weer op weg, langs de rand van de Straight Cliffs richting Hole in the Rock Road. De Hole in the Rock (dirth) Road begint 5 mile buiten Escalante aan de Scenic Byway 12 en is 57 mile lang en eindigt bij Lake Powell. De naam komt van de Mormonen die, in 1880 een kortere weg naar het San Juan gebied in Zuid-Oost Utah zochten. Onderweg moesten ze een 1200 voet hoge klif, Glen Canyon, zien te overwinnen. Ze hadden 6 weken nodig om een constructie te maken met katrollen en een houten baan om de wagens en het vee in de canyon te krijgen. Vervolgens staken ze, 250 mensen, 83 wagens en 1000 stuks vee, de Colorado River over en vervolgden hun route via de Cottenwood Canyon aan de andere kant naar Bluff.

Langs de Hole in the Rock Road zijn diverse zijwegen met bezienswaardigheden waaronder Devil’s Garden.

Deze tuin willen we wel zien. De duivel heeft er weinig werk van want het zijn allemaal stenen en zand. Wel mooi om te zien. Officieel heet het gebied Devils Garden Outstanding Natural Area en wordt beheerd door BLM. In Devils Garden staan verzameling grillig gevormde zandstenen rotssculpturen, die gevormd zijn door wind- en watererosie. Het is heel duidelijk te zien dat de vreemd gevormde hoodoos opgebouwd zijn uit verschillende zandsteenlagen.

De erosie heeft op elke steensoort weer een ander effect, de ene is meer afgesleten dan de andere. De onderste laag is een soort sokkel. Daarop staat weer een korte hoodoos die bestaat uit een smalle donkere laag met daarboven een bredere laag met een lichtere kleur. Verder zie je nog allerlei andere grillige rotsformaties.

We zijn hier vroeg dus is het nog niet zo warm en het licht om foto’s te nemen is ook nog goed. Het totale gebied is ongeveer 80 hectare, er zijn geen paden en je mag vrij over het terrein lopen. Dat maakt het juist extra leuk en zo ervaren wij het ook. De kleuren, de vreemde vormen, alleenstaand, in rijen of in groepen. Het is weer genieten en wij zijn niet de enigen. Er staan een aantal auto’s op de parkeerplaats en er is ook een man die een schilderij maakt van deze omgeving.

Aangezien we nog veel op het programma hebben stappen we weer op de ATV en scheuren over de Hole in the Rock Road naar de volgende zijweg die naar de Dry Forks Trailhead ook wel Dry Forks Coyota Gulch gaat. De tocht die we willen gaan lopen is in Spooky en Peek-A-Boo Slotcanyon. Het duurt ons veel te lang voordat we de zijweg zien en we hebben het idee dat we hem voorbijgereden zijn. Maar als zo vaak vergissen wij ons in de afstanden en eindelijk zien we de afslag. Dan moeten we over een slecht zandpad die alleen begaanbaar is voor een jeep of onze ATV. Rustig aan komen we bij een parkeerplaats en hier vullen we het trailregister in. We hebben een fantastisch uitzicht over het geheel en het lijkt wel of zitten we midden in een soort woestijn, de omgeving ziet er heel droog en desolaat uit.


Het is inmiddels al aardig op temperatuur en we doen de korte broek aan, eten en drinken wat en gaan op pad. We hadden gelezen dat het pad aangegeven werd door cairns, dat zijn torentje van op elkaar gestapelde stenen, dus die volgen we maar.

Het is een eind, over de rotsen (slickrock), ongeveer 70 tot 80 meter steil naar beneden. Beneden aangekomen is aan de rechterkant een rotswand die moeten we volgen. We lopen door het los zand tot we bij een brede zanderige wash (droogstaande rivierbedding) komen. Onderweg zie we enkele hagedissen en schijnbaar hebben ze niet veel te eten want we zien er één die een soortgenoot in de bek heeft. Terwijl we staan te kijken komt er nog een aan rennen die de ander aanvalt, waarschijnlijk om de buit af te pakken. Dat lukt niet maar zoiets hebben wij nog nooit gezien. We lopen verder door de wash en lopen nu door Dry Fork een zijtak van de Coyote Gulch. De bron van de Coyote Gulch heeft zijn oorsprong bij de Straight Cliffs, de oostelijke rand van het Kaiparowits Plateau.

Bij regen komen verschillende kleine stroompjes bij elkaar en vormen een verwoestende rivier van water. Het water stroomt hiervandaan door de Coyote Gulch en uiteindelijk naar de Escalante River. Het krachtige water heeft in de zachte Navajo Zandsteen sleuven uitgesleten tot wel 7 meter diep. Na nog een stukje gelopen te hebben zien aan de linkerkant Peek-A-Boo Slotcanyon. Zelf had ik het mij anders voorgesteld maar ondanks dat mag het resultaat er zijn. Peek-A-Boo is een “ hanging canyon” dat is een kloof die zich boven in de rotswand bevindt. De ingang ligt 4 meter boven de grond. Regenwater wat zijn weg zoekt naar een lager punt stroomt hier door de rotsen, slijt deze uit en zo wordt een soort afvoerbuis van regenwater gevormd die uitmond in de Dry Fork.

Echter we kunnen niet in Peek-A-Boo komen. Onder aan de rots staat een poel met water en de kans is groot dat ook hogerop ook in de kuilen water staat. Jammer want het moet iets bijzonders zijn om deze slot canyon te bekijken. Slot betekent “smalle gleuf” en een slotcanyon is een kloof met hoge verticale wanden. De meesten zijn ontstaan in droge gebieden waar een enkele keer hevige overstromingen plaatsvinden. Deze krachtige waterstromen met modder, zand en stenen schuurt langs en over de zachtere rotslagen waardoor deze uitslijten en hierdoor ontstaan smalle sleuven en kloven. Peek-A-Boo slaan we daarom eerst maar over. We zijn niet de enige lopers en ook die zien het niet zitten om door het water deze slotcanyon in te gaan.

Vervolgens gaan we naar Spookey’s. Ondanks de beschrijving zijn we het spoor even bijster. We komen uit de wash in een andere en zien in de verte een sleuf in de rotsen en denken dat, dat Spooky is. Als we er zijn komen we er achter dat het niet klopt toch lopen we nog even door maar deze slotcayon is niet zo spectaculair. Later blijkt dat dit de Lower Brimstone is. Dan maar terug en een paar andere hickers komen ons tegemoet en met elkaar komen we er uit. We hadden linksaf gemoeten en na een poosje door het losse zand gelopen te hebben bereiken we Spooky. Hier raken de rotsen elkaar bijna en het is een prachtig gezicht.

Op sommige plekken moet je zijwaarts verder en op een ander plek moet je bukken om verder te kunnen. Ik kan een heel eind komen, maar Klaas is slanker en kan dus nog verder. De canyon is ongeveer 10 meter diep en omdat de wanden dicht bij elkaar staan komt er weinig zonlicht in de canyon. Op een zonnige dag omstreeks 12.00 uur heb je het meeste licht in de canyon en komt alles beter tot zijn recht. Een aparte gewaarwording en iemand die claustrofobie heeft die ziet dit niet zitten. Deze rotsen zijn door de wervelingen van het water uitgesleten en dat is heel goed te zien. Het water is met geweld draaiend door de kloof geperst waardoor de rotsen er geschulpt uitzien. Het lijkt net of zijn er happen uitgenomen waarna iemand de rotsen nog even heeft geschuurd. Het is heerlijk koel en we rusten nog even uit.







We hadden gelezen dat we ook langs de andere kant, om de rots, terug kunnen en dat dit korter is en dat klopt. Op de terugweg nemen ik nog wat foto’s van planten die er bloeien en we komen weer langs Peek-A-Boo.

We besluiten definitief om het niet te proberen en lopen door en gaan weer omhoog naar de parkeerplaats. Als we weer bij de ATV zijn is het al half 2. Een broodje en dan verder.

Een stuk terug over Hole of the Rock Road en dan afslaan op de Left Hand Collet Road. Nou begint het mooiste gedeelte. Het weer begint te veranderen en de lucht is dreigend donker. De wind steekt op en opeens zitten we midden in een kleine windhoos. Het stof en kleine steentjes vliegen ons om de oren, maar net zo snel als het is begonnen is het gelukkig ook weer over. Op een gegeven moment is er geen pad meer en moeten we door een bijna droge rivierbedding verder rijden. Landschap is woest en ruig maar toch bloeien er ook bloemen. Wel is het opvallend dat er weinig vogels en andere dieren te zien zijn.

Het pad is niet duidelijk aangegeven maar je kan maar één kant uit. Ook is er nog een onduidelijk spoor van een jeep die een paar dagen geleden ook gereden heeft. Helaas hebben we geen tijd om de bezienswaardigheden, oude woningen van indianen en dinosaurus sporen, die de verhuurder aangaf te bekijken. Het bekijken van Spooky en Peek-A-Boo heeft veel tijd gekost. Het “pad” wat we rijden is heel onvlak en we kunnen maar heel langzaam rijden en als we op tijd terug willen zijn moeten we doorrijden.


Het rijden is nu spannend maar ook erg inspannend. Er is veel te zien de woeste natuur is overweldigend en we maken veel foto’s. Het is eigenlijk het allermooiste wat we tot nu toe gezien hebben.





We komen helemaal niemand tegen. Hoge bergen, zandvlaktes, allemaal ongeschonden. Machtig om te zien. Het rijden neemt nu veel meer tijd, soms slechts stapvoets. Heel langzaam stijgen we tot we op het hoogste punt de afslag naar Smokey Mountain Alvey Road moeten nemen. Wij gaan terug richting Escalante maar de Smokey Mountain Road gaat ook richting 89 waar hij uitkomt bij Big Water. Nu hebben we weer een zandpad dat











redelijk vlak is en we kunnen ook meer snelheid maken. Onderweg komen we nog loslopende kuddes met koeien en kalveren tegen die ons verbaasd na zitten te kijken als wij voorbij scheuren. Op de terugweg zijn we slechts 2 auto’s tegengekomen, 1 gewone en een met een trailer, waarin de gezadelde paarden en een trike staan. Vermoedelijk gaan ze koeien vangen of de kijken hoe het met het vee is. We zijn echt in het wilde westen.

Toch komt er een eind aan en vanaf een hoogte zien we Escalante liggen. De afspraak was dat we om 19.00 u. terug zouden zijn. We redden het net. In Escalante moeten we de ATV aftanken en gaan we terug naar de camping. De hele dag buiten in de zon en het stof. We zien er niet uit en mijn haar is een puinhoop. Gelukkig heb ik nog wel en mini-flesje shampoo van Teatske. Na gebruik hiervan voel ik me een ander mens. Bedankt dus! De verhuurder haalt de ATV weer op en we zeggen dat we zeer tevreden zijn. Hij denkt dat we vannacht wel als blokken zullen slapen. Op de ATV vandaag 113 mile gereden, met de camper 0 maar het was de moeite waard een super dag.