zondag 11 juli 2010

Cody – Yellowstone – Canyon Village

Dinsdag 23 juni 2009


On the top of the world.


Heerlijk weer, volop zon. We vertrekken op tijd. Direct buiten Cody begint de toeristische route al. Het is heuvelachtig, mooi glooiend met ranches en beefcows aan weerszijden van de weg. We laten de bewoonde wereld achter ons en dat is te merken; de omgeving wordt steeds woester. Afwisselend bomen en kleine meertjes. Mooi om te zien. Over de 120 naar de 296 de Chief Joseph Scenic Highway. Het stijgen gaat geleidelijk, Toch komt er een moment dat Klaas weer aan de beurt is. En dan gaat het ineens ook vrij fors omhoog. Het is een prachtige weg door het Shoshone National Forest. Via het forum was dit al vaak genoemd en het blijkt helemaal waar te zijn. Scherpe bochten, diepe dalen. Mooi! De naam van de weg, Chief Joseph, zegt het:

al aan deze weg zit een hele historie.

De Chief Joseph Scenic Highway ligt in de staat Wyoming en volgt voor een groot gedeelte de route van Chief Joseph toen hij met zijn stam, de Nez Perce, in 1877 op de vlucht was voor de Amerikaans Cavalerie. De Nez Perce was een stam van inheemse Amerikanen uit de Pacific Northwest regio (Columbia River Plateau). Ze leefden van de jacht en trokken afhankelijk van de seizoenen door hun gebied.

Aanvankelijk waren de indianen gastvrij voor de nieuwkomers. De kolonisten namen steeds meer indiaans grondgebied in bezit voor hun vee en landbouw. De westerse (“beschaving”) kolonisten drongen steeds verder hun gebied binnen waardoor ze (de indianen) gedwongen werden te verhuizen en verder landinwaarts te trekken. In 1855 sluiten de indianen, met Joseph de Oude, een overeenkomst met de regering en krijgen zij een groot gebied toegewezen. In 1863 wordt de overeenkomst opengebroken en worden ze gedwongen nog een groot gedeelte van hun nieuwe gebied af te staan. De stammen vallen uiteen in 2 groepen. De groep die overeenkomsten hebben getekend met de Amerikaanse regering en naar reservaten gaat en een groep, onder aanvoering van Chief Joseph, die weigert hun vruchtbare grond (in Washington en Oregon) op te geven. De indianen strijden om hun identiteit te behouden ondanks de vele schendingen van de Amerikanen. In 1871 volgt Joseph de Jonge zijn vader op als Chief Joseph. Uiteindelijk gaan de Nez Perce de strijd aan met de Amerikanen met een tactiek van aanvallen en vluchten. De stam, 800 mensen, tracht te ontkomen naar Canada, achtervolgd door 2000 soldaten. De soldaten zijn onder de indruk van de vaardigheden van de indianen om steeds te ontkomen. Een tocht van 1800 mile (2900km) door de wildernis, door Oregon, Washington, Idaho, Wyoming en Montana. De stam ondervindt de nodige ontberingen, kou, gebrek aan voedsel etc. De stam haalt het niet. Na een verwoestende 5 dagen durende strijd moeten de indianen zich bij de Bear Paw Mountians, bij Chinook in het noorden van Montana, zich over geven. Nog maar 40 mile van de Canadese grens. Na de overgave veklaard Chief Joseph “Hoor mij, mijn stam, moe ben ik. Mijn hart is ziek en triest. Van waar de zon nu staat, zal ik voor ik voor eeuwig niet meer vechten”

We rijden door de Dead Indian Pass en bijna

aan de top (2.453m) komen we bij de Dead Indian Summit Overlook en daar gaan we even kijken, met een prachtig uitzicht over de Absaroka Mountains en de Sunlight Basin. Beneden ons slingert de weg verder met een heleboel switchbacks die we nog moeten nemen. We kijken uit over de vallei en het is te merken dat we hoog zitten want het is fris. Een stukje verderop staat een beeld over de indianen die door dit gebied zijn getrokken toen ze op de vlucht waren voor het Amerikaanse leger. Een beetje een vreemd beeld (plaat) maar zoals het daar staat past het wel. Een stukje verder op komt een grote brug de Sunlight Creek Bridge. Het is de hoogste brug van Wyoming dus een mooie om te bungi jumpen. De rivier in de diepte is de Sunlight Gorge die uitkomt in de Clarck’s Fork. We nemen een bakje koffie en genieten van de omgeving en nemen een kijkje in de kloof waar in de diepte

de rivier door heen kolkt. Het is te zien dat we in een andere omgeving komen dan de afgelopen week. De omgeving is kouder en vochtiger. Daardoor groeien er ook veel meer verschillende planten dan we de afgelopen dagen hebben gezien.

Weer op stap, berg op en berg af, prachtig dit belooft wat. Op sommige plekken langs de weg staan weer schermen om de weg in de winter vrij te houden van sneeuw. Opeens zien we een soort hert langs de weg staan. Het dier is rustig aan het grazen en niet echt schuw. Als we stoppen loopt zij toch maar weg en we hebben geen idee wat voor soort het is. Wat opvalt zijn de lange grote oren.


Onderweg zien we meertjes, prachtig helder water met in de omgeving verschillende soorten vogels en planten. Aan de overkant van de weg stroomt het water van en uit de rotsen en vormt een stroompje langs de weg. Wat is de natuur hier mooi en schoon.

In de verte zien we de Beartooth Mountains, hoge bergen met op de toppen nog sneeuw, heel opvallen is de Pilot Peak (10940 ft). Een berg met een spitse top die overal boven uit steekt en vanuit alle richtingen zichtbaar is.

De andere kant op, meer richting Red Lodge in Montana is een aparte puntvormige rots die ook tegen de lucht afsteekt. Deze rots heeft van de Crow Indians de naam Na Pet Say gekregen; dat betekent Bear’s Tooth (berentand). Vandaar de naam Beartooth Higway. We hebben gelezen dat deze weg net weer open is en vrij is van de sneeuw dus slaan af naar highway 212, de Beartooth Highway.

Beartooth Scenic Highway. Een weg krijgt niet zomaar de status National Scenic Byway daar zijn verschillende redenen voor. Uiteraard is het altijd een mooie route – vandaar ‘scenic’ – maar vaak heeft zo’n weg ook belangrijke archeologische, culturele of historische achtergronden en of zijn er zeer goede recreatiemogelijkheden. Een All-American Road wordt alleen toegekend als de weg al een toeristische bestemming op zichzelf is. De 68,7 mijl (110,6 km) lange Beartooth Highway, is zo’n weg en deze ligt deels in Montana ligt (30 mijl), en deels in Wyoming (38,7 mijl). In 1932 werd met de aanleg van deze route gestart, en vier jaar later, op 14 juni 1936, werd de weg voor het publiek geopend. In 1989 werd de Beartooth Highway tot National Scenic Byway benoemd.

Hierover heb ik veel gelezen en gezien de tijd kunnen we een gedeelte rijden voor we weer terug moeten richting Yellowstone. Het begint gelijk al pittig, de weg wordt gelijk steil met af en toe steile switchbacks en daardoor prachtige uitzichten. We komen over een brug en onder ons stroomt een woeste rivier en in een glimp zien we een waterval. Die moeten we op de terugweg maar bekijken. Na een poosje zien we in de verte, tussen de bomen,een nog een grotere waterval waarvan het water met geweld in de diepte stort de (Upper) Beartooth Creek Falls. De afstand is nog vrij groot maar toch indrukwekkend. Als we doorrijden is er na een bocht, een stenen brug met daarachter een prachtig meer. De berg(en), o.a. de Beartooth Butte, weerkaatsen in het water van de Beartooth Lake en aan de andere kant ligt nog sneeuw tussen de bomen, dus even stoppen. Foto’s maken en even met sneeuwballen gooien. 23 Juni en we staan (nog) in de sneeuw, dus veel foto’s maken want misschien is dit de enigste sneeuw die we hier te zien krijgen. Nou niet dus want later zien we nog meer, wallen, richels en vlakten met sneeuw. We rijden door en langs de weg, met name in de schaduw, ligt een hele strook sneeuw van wel 1,5 tot 2 meter hoog. We passeren de Top of the World Resort met een motel, tankstation en souvenirwinkeltje. Echter we rijden door en de omgeving wordt steeds kaler, minder bomen en alleen maar bruin gras en lage struikjes. Het lijkt wel wat op de Alpen, of de toendra, maar het is toch anders. Overal liggen nog grote sneeuwplakkaten en sommige stukken zijn al weg gesmolten. Daartussen stroomt het water weg en al die stroompjes vormen, op sommige plekken, woeste stromen die hun weg naar beneden zoeken, naar de meertjes en meren.



Het voorjaar is hier pas begonnen en tussen de smeltende sneeuw en tussen het dode gras bloeien al voorjaars-bloemen. Velden met honderden gele en witte Marsh Marigold een soort voorjaarsanemonen. Nou aan water hebben ze geen gebrek; het sopt onder je schoenen en sommigen staan helemaal in het koude water. De knoppen steken zelfs door de sneeuw en in 48 uur staan ze volop te bloeien. Nature with power.

We genieten met volle teugen, wat is het hier mooi: dit is echt genieten. Het is hier heel rustig weinig auto’s en daardoor kunnen we makkelijk even stoppen om te kijken. Verder op weg richting Beartooth Pass en onderweg passeren we nog enkele meren en meertjes zoals Long Lake, Little Bear Lake, Island Lake, Alpin Lake en Frosen Lake. Sommige meren liggen al open in andere drijven nog ijsschotsen en zijn nog geheel bevroren. Wat een variatie. De weg wordt steeds steiler en bochtiger en we rijden door een wal van sneeuw naar West Summit, op een hoogte van 10.947 ft (3.337 m). Er is een parkeerplaats dus stoppen we om een extra trui of jas aan te doen, want het is hier frisjes. Hier staan meer auto’s en de meeste mensen, in korte broek en op sandalen, zijn zich aan het omkleden.



Kopje koffie, wat eten en genieten van het weids uitzicht over het Beartooth Plateau en de Absaroka Mountains. Dan een korte wandeling door de met rotsen en keien bezaaide helling waar hier en daar wildflowers bloeien. Gezien de tijd rijden we niet door. We hebben de top bereikt en dat was al een geweldige ervaring. Steeds hebben we gedacht het mooiste hebben we wel gezien, maar gelukkig zijn er steeds nieuwe en andere prachtige dingen om te zien beleven. Wat een avontuur.












We gaan terug en onderweg stoppen we nog regelmatig om van de omgeving en de natuur te genieten. De smeltende sneeuw die overgaat in stroompjes en dan als een woeste rivier bij elkaar komt. Op een zeker moment zeggen we dat we niets meer fotograferen. Dan komt de volgende schitterende waterval in beeld en smelt ons goede voornemen.





We stoppen even om bij de Lake Creek Fall te kijken. Er is niet veel parkeer ruimte maar we kunnen de camper kwijt. Na een klein eindje lopen kom je bij een brug en heb je een prachtig gezicht op de waterval. Het water komt met donderend geweld aanstormen en onder de brug stort het zich nog eens een naar beneden. Als je hier invalt overleef je het niet. Je kan vlak langs de woeste stroom lopen en je arm in het water steken. Dat doen we maar niet, we nemen geen risico’s dat we uitglijden en het water is ook nog eens steenkoud. We treffen mensen uit Canada, die hebben de hele Beartooth Highway gereden en zij vertellen dat verderop nog mensen aan het skiën zijn.

Bij een waterval lopen we stroomopwaarts. Het water dondert naar beneden door een nauwe kloof. Over die terugweg hebben we vreselijk lang gedaan want we zijn wel 40 x gestopt om iets te bewonderen. Soms rijden we langs een stukje rivier met langs de oevers prachtige bloemen, akelei, een soort zonnebloemen, wikke en nog vele andere soorten. De rivieren zijn bezaaid met keitjes, keien en grote rotsblokken. Het water stroomt over en om deze steenmassa’s en het is een mooi gezicht. Tegen elkaar zeggen we dat Yellowstone vast niet mooier is dan deze route. Aan de temperatuur is goed te merken dat we gedaald zijn, de truien kunnen uit en we kunnen de korte broeken weer aantrekken.

We rijden door Cooke City en we hadden altijd het idee dat dit een redelijk grote plaats was maar dat valt tegen. Het een lange straat met aan weerskanten enkele hotels, lodges en een paar kleine winkels. Onze verwachtingen komen niet uit en voordat we het weten zijn we er al doorheen. Cooke City ligt in Montana maar daar hebben we helemaal niets van gezien. Bij de meeste staatsgrenzen staan grote borden van Welcome in …, maar de borden van Montana of Wyoming hebben we niet gezien.

Extra info Yellowstone.

Yellowstone is een Nationaal Park sinds 1 maart 1872 met een oppervlakte van 8.983 vierkante kilometer. Het was het eerste Nationale Park ter wereld en is één van de mooiste parken van de Verenigde Staten. Hier heb je niet alleen geisers, heetwaterbronnen en modderpotten, maar ook vind je er prachtige bossen, mooie alpenweiden, een schitterend groot meer en een grote canyon met watervallen. Daarnaast leven veel dieren in het park waaronder bizons, elanden, herten, zwanen, pelikanen, grizzly- en bruine beren.

Het park ligt op de Yellowstone Plateau, op een gemiddelde hoogte van 8.000 voet (2.400 m) boven zeeniveau. Het plateau is ontstaan door drie vulkanische uitbarstingen verspreid over twee miljoen jaar. Het waren de grootste in de wereld bekend uitbarstingen. Verder is het plateau op bijna alle kanten begrenst door bergen van de Midden-Rocky Mountains, die variëren in een hoogte van 9.000 tot 11.000 voet (2.700 tot 3.400 m).

De meest prominente top van het Yellowstone Plateau is Mount Washburn op 10.243 voet (3.122 m). Yellowstone heeft het grootste versteende bos van de wereld. Bomen die lang geleden bedekte werden door de as van vulkaanuitbarstingen zijn in de bodem getransformeerd van hout tot minerale materialen. Er zijn 290 watervallen van ten minste 15 voet (4,6 m) in het park, de hoogste is de Lower Falls in de Yellowstone River van 308 voet (94 m). Verder 3diepe canyons welke, de afgelopen 640.000 jaar, gevormd zijn door rivieren. Het water stroomde dwars door de vulkanische tufsteen van het Yellowstone Plateau.

De Lewis rivier stroomt door Lewis Canyon en de Yellowstone River door twee kleurrijke canyons, de Grand Canyon van de Yellowstone en de Black Canyon. Yellowstone heeft een ecosysteem met het grootste resterende en continue braakliggende stuk ongerept land in de Verenigde Staten. Het wordt tevens beschouwd als 's werelds grootste nog intacte ecosysteem in de noordelijke gematigde zone. Met de succesvolle herinvoerings programma van de wolf, dat begon in de jaren 1990, zijn vrijwel alle oorspronkelijke bekende fauna soorten weer terug die de eerste blanke ontdekkingsreizigers ook hebben gezien.

De naam Yellowstone is afkomstig van de Minnetaree-Sioux indianen Mi Tsi een-da-zi " Franse trappers vertaalden dit als Roche Jauen. Amerikaanse pioniers vertaalden het Frans in Yellow Stone Zij gaven deze naam aan de rivier die door het park stroomt. In tegenstelling tot wat vaak gedacht wordt is de rivier niet genoemd naar het gele gesteente in de Yellowstone Canyon maar naar de gele klei op de zandbanken in de buurt van de plaats waar de Yellowstone River samenvloeit met de Missouri.

De menselijke geschiedenis van het park begint op zijn minst 11.000 jaar geleden, toen inheemse Amerikanen begon te jagen en vissen in de regio. De Paleo-indianen van de Clovis cultuur woonden niet permanent in dit gebied (daarvoor was het in de winter te onaangenaam) maar ze kwamen er wel vaak.

Van bepaalde mineralen, obsidiaan, die ze hier vonden maakten ze gebruiksvoorwerpen zoals snij gereedschappen, messen, pijlpunten etc. en deze verhandelden ze met andere indianenstammen. De stam die hier het vaakst kwam staat bekend onder de naam 'Sheepeaters'. Deze indianen waren niet in het bezit van paarden en vuurwapens en leefden voornamelijk van de jacht op de bergschapen.

De eerste blanke die het gebied betrad was naar alle waarschijnlijkheid John Colter in 1807. Deze gids en 'trapper' maakte deel uit van de Lewis en Clark expeditie. Zij waren de eersten die in aanraking kwamen met de Nez Perce, Crow en Shosone stammen. Nadat de Verenigde Staten in 1804 de staat Louisiana kochten van Frankrijk kregen de militairen Lewis en Clark de opdracht het woeste gebied westelijk van deze staat te verkennen en een weg over de Rocky Mountains naar de Stille Oceaan te vinden. Dit lukte, alleen Yellowstone werd door de expeditie niet ontdekt. Wel kwamen ze er vlak langs. Op de terugweg verliet John Colter de expeditie en besloot om in dit gebied op bevers te gaan jagen. In 1807 kwam hij als eerste blanke in Yellowstone en zag de vele wonderen en met name het geothermisch gebied nabij Tower Fall. Ook is het gewond geraakt bij een gevecht met Crow en Blackfoot indianen. Toen hij terug in de beschaving vertelde van de dampende bronnen en de spuitende geisers werd hij eerst niet geloofd en spottend sprak men van Colter's Hell. Zijn beschrijving van het Yellowstone Lake werd echter door Clark wel opgenomen in de officiële kaart van het door de expeditie onderzochte gebied.

De jaren erna kwamen er meer blanken in het gebied en in de dertiger en veertiger jaren kwamen er diverse groepen jagers in het park. Langzaam maar zeker drongen de verhalen over het wonderlijke Yellowstone door tot in de rest van Amerika. In 1863 trok een groep van 28 goudzoekers naar het gebied maar ze vonden er geen goud en trokken weer verder.
In 1869 bezocht de Cook-Folsom-Peterson expeditie het gebied. Deze heren waren razend enthousiast over het gebied en de geisers. Bij de aanblik van bij voorbeeld de Great Fountain Geyser raakten ze zo opgewonden dat "We could not contain our enthusiasm; with one accord we all took off our hats en yelled with all our might". Bij terugkomst bespraken ze met een zekere Langford al het moois dat ze gezien hadden en opperden het idee van een beschermd gebied.


Langford haalde daarop in 1870 Generaal Washburn over om hem te vergezellen op een tocht naar Yellowstone. Naast Langford, Washburn (een berg in het park is naar hem genoemd) en een groep militairen behoorde o.a. een rechter genaamd Hedges tot de expeditie. De deelnemers van de expeditie werden het er over eens dat dit gebied niet het privé-bezit van iemand mocht worden en het idee van nationaal park werd geboren. Hedges schreef hierover een stuk in de krant en Langford trok naar het oosten van de Verenigde Staten om lezingen over het gebied te geven. Het gevolg was dat in 1871 een officieel onderzoek naar het gebied werd opgezet.

Deze expeditie stond onder leiding van de geoloog dr. Hayden (naar hem is de Hayden Valley genoemd). Tot zijn gezelschap behoorden naast de nodige militairen ook de schilder Thomas Moran en de fotograaf William H. Jackson. Hun schilderijen en foto's overtuigden samen met het rapport van Hayden het congres en in 1872 werd het Yellowstone gebied uitgeroepen tot het eerste nationale park van de Verenigde Staten. Het kreeg een oppervlakte van bijna 9000 km2 en is daarmee, de parken in Alaska niet meegerekend, het grootste park van de Verenigde Staten. Langford werd de eerste superintendent van het park. Hij kreeg hiervoor geen salaris en hoefde ook niet in het park te wonen. De precieze grenzen van het park stonden niet vast en er was geen toezicht in de vorm van rangers. Het eerste jaar kwamen er 500 bezoekers. Ook de jaren erna bedroegen de bezoekersaantallen jaarlijks slechts enkele honderden. Door het ontbreken van toezicht misdroegen deze zich echter danig. Van bijzondere rotsformaties werden delen afgebroken welke als souvenir mee naar huis werden genomen en op de dieren in het park werd volop gejaagd. Langford vroeg om strengere wetten, zodat overtreders gearresteerd en bestraft konden worden. Ook verzocht hij om geld zodat er wegen in het park aangelegd konden worden. Hij kreeg het een noch het ander en teleurgesteld verliet hij het park en ging in Minnesota wonen.

In 1877 werd hij opgevolgd door een zekere Norris (naar hem is het Norris Geyser Basin genoemd). In datzelfde jaar verlieten de Nez Perce indianen onder leiding van Chief Joseph hun reservaat in Idaho. Ze besloten om naar Canada te gaan. Op hun vlucht van meer dan 2000 km trok de stam van zo'n duizend mannen, vrouwen en kinderen ook door Yellowstone.

Hier werden ze door twee legerkorpsen achtervolgd. Mede door het ontbreken van wegen in Yellowstone konden deze de indianen-stam echter niet inhalen. De tocht door Yellowstone verliep vrij vreedzaam. Er waren een paar kleine schermutselingen.

Een groep toeristen werd door de indianen gevangen genomen en weer vrijgelaten en bij een paar kleine incidenten vonden twee blanken de dood. Na enkele dagen verlieten de Nez Perce indianen Yellowstone. Pas na een bloedige veldslag vlak voor de Canadese grens slaagde het Amerikaanse leger er uiteindelijk in om de indianen gevangen te nemen. Langs de weg tussen Madison en Old Faithful kan men een herdenkingsbord vinden betreffende de tocht van de Nez Perce indianen door het park. Ook is er een kreek naar hen genoemd.

Mede naar aanleiding van deze ervaringen legde het Amerikaanse leger in 1883 een wegennet aan in Yellowstone en in 1886 werd het bestuur van Yellowstone opgedragen aan het leger. In Mammoth werd een hoofdkwartier gebouwd. Doordat er nu wegen waren en doordat er nu toezicht was in het park werd het park toegankelijker en er kwamen hoe langer hoe meer toeristen. In 1903 werd de beroemde Old Faithful Inn gebouwd en ook op verschillende andere plaatsen werden hotels gebouwd. In 1917 werd het bestuur van het park opgedragen aan de National Park Services. In dat jaar bezochten 40.000 toeristen het gebied. In 1935 was dit aantal opgelopen tot een half miljoen. Tegenwoordig komen er jaarlijks zo'n drie miljoen bezoekers naar het Yellowstone National Park.


Via de noordoost ingang rijden we het park binnen. Men is met de weg bezig en we kunnen zo door rijden, op zich makkelijk maar zo krijgen we geen informatie over het park. Nou dat moeten we later maar ergens anders ophalen. We moeten langzaam rijden want het is een puinweg. Grote trucks denderen ons voorbij, met daarachter een grote stofwolk. Gelukkig is het maar een stukje en we zijn in Yellowstone.

Het landschap is wat open met hier en daar bos op de achtergrond. De rivieren en stroompjes slingeren door het landschap. Verder grote grasvlakten met daarin allemaal bloemen. We rijden door de Lamar Valley richting Montana heb je de Absaroka Mountains en naar het zuiden de Specimen Ridge. In dit gebied moeten veel grote dieren leven zoals wolven, grizzly- en bruine beren, coyotes, poema’s, elanden, antilopen en ongeveer 500 bizons. Met andere woorden dit is het gebied waar je de grote dieren van Yellowstone kan spotten. De beste tijd is vroeg in de ochtend of in de late avond. Helaas hebben wij die gelegenheid niet we wachten maar af wat we tegen komen. Onderweg zien we nog de gevolgen van de grote bosbranden van 1988. De natuur begint zich te herstellen maar de gevolgen zijn nog zichtbaar. We stoppen even bij Pebble Creek, een ondiep maar wel breed riviertje.

Maar weer op weg en daar zijn ze. Nog geen 20 minuten rijden in dit park of we zien de eerste bizons. Nog op afstand, maar weer 10 min. later steekt er een vlak voor ons de weg over. Stoppen en genieten, wat een joekel!

Het is een stier en schijnbaar is hij deze aandacht wel gewend. Hij doet het tenminste rustig aan en heeft totaal geen belangstelling voor ons of de andere geparkeerde auto’s.

Doorrijden, op de grasvlakte zien we veel meer bizons. Grote groepen met kalfjes ertussenin rustig aan het grazen of aan het herkauwen. We kijken onze ogen uit.

Op een uitkijkplaats, welke uitziet over de Lamar Valley en River, zitten we een stuk meloen te eten, bizons op 50 m. afstand. Heel bijzonder. Het is vandaag wel een dag van uitersten, hoge bergen en diepe dalen, kleine dieren zoals grondeekhoorns en de enorme bizons, een extra trui voor de kou en een paar uur later in de korte broek.

Maar weer op weg richting Tower Roosevelt maar daar steken we niet aan we hebben vandaag genoeg indrukken opgedaan. Onze overnachting hebben we gereserveerd in Canyon Village en dat is nog een afstand van 19 ml (31km).

We stoppen wel even bij de Tower Fall. Het is verschrikkelijk druk op de parkeerplaats, en met moeite kunnen we de camper ergens in de berm kwijt. Dan is het wel lastig dat je een camper hebt, je bent groot en het is moeilijk manoeuvreren. Als het bij alle bijzonder plaatsen in Yellowstone zo druk is nou dan staat ons nog wat te wachten.

We dalen af naar de Yellowstone rivier, hier zijn wel veel mensen, daarom lopen we maar helemaal naar beneden. Hier zijn aanmerkelijk minder mensen, want Amerikanen lopen niet. Op het eind kom je op een soort plateau. In de verte zie je de Tower Fall. Het water valt 40 meter lager in de Yellowstone River. Deze rivier loopt door de Grand Canyon van Yellowstone. Een diepe canyon, maar voor ons beter te bevatten dan de echte Grand Canyon, want dat was té groots.
Hier is duidelijk de andere kant van de canyon te zien en de rivier, waardoor je een veel beter idee hebt van de grootte en de diepte.

Weer naar boven en dat is steil en pittig, en daarom hebben we wel wat verdiend.

Het is Amerika dus kopen wij ook een ijsje (net als alle anderen). Weer op weg en Calcite Springs slaan we over. Af en toe is er een open stuk en kunnen we over de rand kijken. Ook hier is de natuur en het landschap indrukwekkend. De weg is bochtig en druk dus het is opletten geblazen. Aan weerskanten veel bos dus veel vergezichten hebben we niet. De weg gaat langzaam omhoog en we rijden ter hoogte van de Dunraven pas op een hoogte van 7500 m. Het landschap wordt hier iets anders; aan weerskanten van de weg bossen en weilanden met bloemen.

Bij de Washburn Hot Spring Overlook stoppen we even. Het uitzicht is hier weids en vanaf hier moet je de Yellowstone Caldera kunnen zien. Helaas wij zien het niet maar misschien komt dat ook omdat het niet helder is.

Vulkanen en Caldera. De aanwezigheid van geisers dankt het park aan bijzondere geologische voorvallen, die hier zo'n twee miljoen jaar geleden begonnen met een reeks van geweldig grote vulkaanuitbarstingen. De 1e super uitbarsting had een uitstoot van >2,500 km³ waardoor het 75 km lange Island Park Caldera is ontstaan. De tweede cyclus, was 1,2 milj. jaar geleden. Een uitbarsting van de Mesa Falls Tuff die de 25-km brede Henrys Vork caldera vormde. De activiteit verschoof vervolgens naar het huidige Yellowstone Plateau met een uitbarsting, 630.000 jaar geleden. Tegenwoordig ziet men niet veel meer terug van de caldera. Dit komt doordat de krater grotendeels opgevuld is met uitgestroomde lava en van kleinere uitbarstingen die 150.000 en 70.000 jaar geleden nog plaats hebben gevonden. Vlak onder de gestolde lava ligt echter nog gedeeltelijk vloeibare gesteente. Men schat dat in Yellowstone op sommige plaatsen deze magma op slechts zo'n 3 km diepte ligt. De caldera bevat momenteel

een van de grootste hydrothermale systemen van de wereld, waaronder 's werelds grootste concentratie van geisers.

Caldera. De Yellowstone Caldera is het grootste vulkanische systeem in Noord-Amerika. Het is aangeduid als een "supervulkaan" omdat de caldera werd gevormd door uitzonderlijk grote explosieve uitbarstingen. De huidige caldera is ontstaan door een catastrofale uitbarsting van 640.000 jaar geleden. Hierbij is ruim 1,000 km³ as, puin en pyroclastische materiaal vrijgekomen.

Deze uitbarsting was 1.000 keer groter dan de uitbarsting van Mount St. Helens in 1980. De krater is bijna 1 km diep en meet 52 bij 28 mijl (84 km × 45 km) en ligt in het gebied met eerdere uitbarstingen in de Lava Creek Tuff. Tuff is een soort van rots, bestaande uit de geconsolideerde vulkanische as. Elke uitbarsting is in feite een deel van een cyclus, de eruptieve climax met de instorting van het dak van een gedeeltelijk leeggemaakt magma kamer (A). Door de vulkaanuitbarsting ontstond er een grote holle ruimte in de aardkorst, die niet meer ondersteund werd, stortte in. Deze ineenstorting van dit vulkanisch gebied leverde een caldera (d.w.z. een ingestorte vulkaan) van gigantische grootte op.

Aardbeving. Yellowstone is overigens geologisch gezien nog steeds een erg onrustig gebied. Zo verschuift het plateau waar Yellowstone op ligt jaarlijks ± 4 cm naar het westen. Dit leidde op 17 aug. 1959 tot een zware aardbeving met een kracht van 7.5 op de schaal van Richter. De Hebgen Lake aardbeving was een krachtige aardbeving die in het zuidwesten van Montana. De aardbeving veroorzaakte een enorme aardverschuiving, 28 dodelijke slachtoffers en een schade van 11 miljoen dollar. De aardverschuiving blokkeerde de stroming van de rivier de Madison waardoor Quake Lake ontstond. In het noordwestelijke gedeelte van het park werden nieuwe geisers gevonden, en vele bestaande hete bronnen werden troebel. Op sommige plaatsen stijgt de grond in Yellowstone jaarlijks met één à twee centimeter. Bij Fishing Bridge steekt een deel van de oever al zo’n 3 meter uit boven het meer van Yellowstone Lake. De geologische activiteit in Yellowstone wordt dan ook nauwkeurig in de gaten gehouden.

Weer op weg richting camping Canyon Village. Moeten in de rij voor de registratie. Gelukkig heeft Klaas gereserveerd. Alles is vol en het is heel druk hier. Omdat het zo druk is op de campings boeken we alvast een extra dag voor Grand Village want in die omgeving willen we ook een paar dagen vertoeven. We slapen midden in het bos. Het is wel donker onder de bomen maar het is weer eens wat anders dan waar we tot nog toe hebben gestaan. Geen stroom en geen water. Dat is even wennen, maar wel heel avontuurlijk. We hebben een generator en die gaan we maar eens gebruiken en dat mag tot 20.00 uur. Gelukkig hebben we ook een zaklamp mee en die kunnen we s’avonds gebruiken als we naar de douche ruimte willen.

Er wordt voor beren gewaarschuwd. Als je eten of zo buiten laat staan, en de rangers zien dat dan ben je de klos en krijg een ticket die niet met een paar dollar is te betalen. Ik ben niet bang voor beren, heb pindakaas bij me dus als ze komen kunnen ze beginnen met smeren.

Ook moeten de batterijen opgeladen worden. Daarvoor gaan we naar het gebouw waar de laundry en de showers zijn. Met moeite bemachtigen we een stopcontact en met de stekkerdoos kunnen we de batterijen van de camera en de laptop tegelijk opladen. Wifi hebben ze hier niet dus we kunnen niet internetten, jammer want dan kunnen we het weblog ook niet bijwerken. Wel gaan we het verslag bijwerken en de foto’s op de laptop zetten. Ook hebben we nu tijd de foto’s op een cd te branden, want er zal maar iets gebeuren met de geheugenkaarten of de laptop. Zekerheid voor alles. We hebben alle tijd dus ook even heerlijk douchen, lekker warm water. Terug in het donker naar de camper en we zijn gelukkig geen beren tegengekomen. Onwillekeurig hou je hier toch rekening mee. In de camper werkt de verlichting op de accu dus we zijn nog van alle gemakken voorzien. Wat een prachtige dag hebben we beleefd, wat is de natuur woest en lieflijk tegelijk. We genieten van alles wat we vandaag hebben gezien; het kleine bloemetje dat hier in het wild groeit en dat bij ons als gekochte plant in de tuin staat.




Geen opmerkingen:

Een reactie posten