zondag 4 juli 2010

Torry – Goblin Valley – Capitol Reef – Torry.

Dinsdag 16 juni 2009


In het land van de aardmannetjes (goblins).


Vandaag rijden we geen enkele mile met de camper. We willen vandaag ook naar Little Wild Horse Canyon en daar mogen we niet met een camper komen, dirth road. Daarom gaan met de 4 wheel drive op stap, die hebben we bij Thousand Lake RV-park gehuurd. In mijn gedachten zag ik een oude open jeep. Niets is minder waar. Het is een zeer comfortabele auto met 4 wielaandrijving. Zit zelfs airco in.

We hebben de hele vacantie al schitterend weer maar vandaag lijkt het een beetje bewolkt. Het plan is om naar Goblin Valley te rijden en dat is nog een behoorlijk eind, bijna 70 mile ongeveer 2 uur. Het is dus weer mazzel dat het een dichte auto is.

We rijden een gedeelte door Capitol Reef en zien soms de Fremont River.

De route om er te komen is niet echt spectaculair maar wel echt afwisselend. De rotsen,

heuvels en bergen hebben alle tinten grijs, rood en beige etc. prachtig om te zien.

We rijden door Cainveville en Hanksville, 2 kleine dorpjes ze stellen niet veel voor maar het is weer eens wat afwisseling in de route.

Het gebied wordt steeds vlakker, met gras en sagebrushen en af en toe in de verte een berg. Dat hier iets moet zijn wat de moeite waard moet zijn kun je, je bijna niet voorstellen. Over Goblin Valley hebben we veel gelezen en foto;s gezien en we willen dit natuurwonder nu ook ter plaatse bekijken.


Goblin Valley. Niet zo veel mensen bezoeken Goblin Valley State Park. Dat is jammer, aangezien de geërodeerde zandstenen rotsformaties net zo bijzonder zijn als de meer bekende Utah nationale parken (bijv. Bryce) alleen op een veel kleinere schaal. Het park ligt aan de rand van het grote San Dafael Desert, langs een zijweg van de U 24. Het park ligt een behoorlijk eind van de U 24 in een uitgestrekte vlakte. Als je het niet weet dan had je hier niet zo'n park verwacht.

De afgezonderde Goblin Valley is voor het eerst ontdekt door cowboys die op zoek waren naar vee. In de late jaren 1920, waren Arthur Chaffin, eigenaar / exploitant van de Hite Ferry, en twee metgezellen op zoek naar een alternatieve route tussen Green River en Caineville. Bij een uitkijkpunt, ongeveer (1,6 km) ten westen van Goblin Valley, zagen ze vijf Buttes (heuvels met vaak steile verticale wanden en een kleine, relatief vlakke top, kleiner dan Mesas) een dal met de vreemd gevormde rotsformaties, omgeven door een muur van geërodeerde kliffen. In 1949 keerde Chaffin terug naar het gebied noemde hij het 'Mushroom Valley'. Hij verkende het gebied en fotografeerde de bijzondere geërodeerde rotsen. Ondanks de afgelegen ligging trok de publiciteit bezoekers naar het dal. In 1954 werd voorgesteld Goblin Valley te beschermen tegen vandalisme. In 1964 werd het gebied officieel aangewezen als state park, Goblin Valley State Park.


De vallei, die slechts ongeveer één mijl bij twee 2 mijl groot en bevat duizenden paddestoel-vormige pinakels of hoodoos een paar meter hoog en ze hebben wel iets van Goblins (kabouters), vandaar ook de naam. Boven op de formaties “hoodoos” liggen grote oranje-bruine, chocoladeachtige gekleurde keien van hardrock daaronder zwakkere zandige lagen die sneller eroderen. De ongebruikelijke steenvormen in Goblin Valley zijn het gevolg van de verwering van Entrada Zandsteen in het San Rafael gebied. Miljoenen jaren geleden was hier zee met een getijden gebied. Door eb en vloed werden hier afwisselende lagen zandsteen ook wel sedimentgesteente genoemd, zand, stukjes rots, klei en modder, afgezet. Later is de zee verdwenen en zijn door erosie, combinatie van wind en regen, deze wonderlijke kabouterfiguren tevoorschijn gekomen en dit gaat nog steeds door. Goblins verdwijnen en er ontstaan nieuwe figuren. Dat is ook een reden dat men gewoon door het park en tussen de goblins door mag lopen.

De gemiddelde dagtemperatuur is in de zomer tussen 32 tot 40C°. Door de lage luchtvochtigheid en schaarse vegetatie koelt het 's avonds snel af tot ongeveer 10C°. ‘s Winters is het soms nog kouder met soms wat sneeuw, -12 C° 's nachts. De gemiddelde neerslag is minder dan 8 centimeter per jaar. Tijdens onweersbuien kan de intense regenval, in het ruige terrein, leiden tot verwoestende stortvloeden.

Vegetatie is beperkt tot woestijn soorten die zandverstuivingen en warme droge omstandigheden kunnen verdragen. Planten hebben zich aangepast door een vermindering van de omvang van hun bladeren om de verdamping te voorkomen en de wasachtig coating op hun bladeren vermindert water verlies. Flora in Goblin Valley omvatten Mormon thee, Russische distel, Iindiaans ricgras.

Omdat hier maar weinig water is zijn er ook weinig dieren. De meeste dieren in het gebied zijn nachtdieren, en komen in de koelere avonden tevoorschijn om te eten of te jagen. Konijnen, schorpioenen, kangoeroe ratten , pronghorns, dwerg vossen, hagedissen en coyotes zijn te vinden in en nabij het park.







Bij aankomst in Goblin Valley zijn we direct enthousiast. Wat is dit leuk! Het lijken net allemaal aardmannetjes. Ook lijkt het wel op een smurfendorp Je kunt helemaal je eigen gang gaan. We lopen er tussendoor en kleine kinderen vinden dit helemaal te gek. Je kunt hier ook gemakkelijk verdwalen, alles lijkt heel veel op elkaar. In de reisverslagen en van de website ontdek-Amerika.nl hadden we gelezen dat achterin nog mooiere goblins staan. Het klopt het is een stukje lopen maar dit stuk is nog mooier dan het voorste gedeelte.



Hier is ook heel duidelijk het proces van erosie te zien. We dwalen tussen de aardmannetjes en genieten. Wat een verschillende vormen het is verbazend dat de natuur dit kan creëren. Qua natuur is verder niets te beleven, weinig groen, helemaal geen vogels/vlinders. Het kan hier in de zomer heel warm worden, dat is ook de reden dat we vanmorgen vroeg vertrokken zijn. Na een poosje lopen we terug en drinken wat in de camper en rijden we door naar Little Wild Horse Canyon. Dat is er vlakbij, tenminste voor Amerikaanse begrippen.

Little Wild Horse Canyon is een gevarieerde canyon in de zuidoostelijke hoek van het San Rafael Reef gebied. In de nabijheid liggen ook andere slotcanyons zoals Bell Canyon, Crack & The Chute Canyon, Ding & Dang en Cistern & Ramp Canyons. In het rotslandschap van Zuidwest Amerika komen veel ravijnen voor, en een bijzondere vorm is de slotcanyon. Het woord 'slot' betekend 'smalle gleuf; een slotcanyon is een kloof met hoge verticale wanden die erf dicht bij elkaar staan. De meeste slotcanyons zijn gevormd in droge gebieden, waar incidenteel heftige overstromingen plaatsvinden. Tijdens dergelijk natuurgeweld schuurt het water met steen en ander puin door de zachtere rotslagen heen, waardoor de smalle kloven ontstaan. Little Wild Horse Canyon is een van de mooiste slotcanyons in het zuiden. De canyon is te bereiken vanaf UT 24 bij mijlpaal 136 en vervolgens over de verharde Temple Mountain Road en dan westwaarts over de Goblin Valley Road door een vlak, woestijngebied tot aan een rif.

De verharde weg gaat door naar Goblin Valley State Park en een onverharde weg gaat richting Little Wild Horse Cayon. Met een gewone auto is deze dirt road niet te berijden. Af en toe moet je dwars door een rivierbedding en bij droog weer is het allemaal los zand maar hoe het er uit ziet onder natte omstandigheden weet ik niet. Na 5 mile bereik je een parkeerplaats.

Het wandelpad dat gevolgd moet worden loopt door een droogstaande wash die achter de toiletgebouwen ligt. De rotsen zijn opgebouwd uit verschillende lagen gesteenten. Elke laag heeft weer een andere kleur en het is een prachtig gezicht. Na 10 tot 15 minuten lopen wordt de doorgang versperd door een heel groot rotsblok. Door hier, langs een smalle richel, over heen te klimmen kom je aan de achterkant weer in de droge rivierbedding. Aan de achterzijde splitst de wash zich.

Rechtdoor ga je naar Bell Canyon, rechtsaf loop je naar de ingang van Little Wild Horse Canyon. Dit punt zie je zo over het hoofd. De ingang ligt op ongeveer 2 minuten lopen vanaf de splitsing.

Wat vooral opvalt aan Little Wild Horse Canyon is de afwisseling, Brede en hele nauwe passages waar je bijna niet rechtuit kunt blijven lopen. Andere stukken groeien bomen, struiken, bloemen etc. zeer afwisselend. De cayon slingert door het gebied en na elke bocht is het weer een verrassing wat we te zien krijgen. In het begin zijn er stukken waar de rotswand sterk overhangt; daardoor zijn een aantal kleine alkoven ontstaan. De rotswanden hebben allemaal verschillende structuren, elke plek is weer anders. Wanden vol met gaten, andere weer met spikkels van een hardere steensoort of ijzerbultjes.















Op een andere plek hebben zijn de wanden heel golvend en staan zo dicht bij elkaar dat er nauwelijks nog ruimte is om je voeten neer te zetten. Je kan zien dat de steenlagen uit verschillende soorten bestaan. De ene laag is meer afgesleten dan de anderen en de lagen hebben ook verschillende kleuren en structuren. Ook kom je kleine rotsblokken tegen waar je overheen moet klimmen.

De bodem van de canyon is meestal droog, maar na regenbuien kan er op sommige plekken waterplassen of modder-poelen staan. De Canyon is ongeveer 2 mijl lang. Je kan dezelfde weg terug lopen maar het is ook mogelijk om terug te gaan via Bell Canyon.

Deze canyon lijkt veel op de Little Wild Horse Canyon, maar is wel wat minder afwisselend. De trail via Bell Canyon is veel langer, ongeveer 8 mijl. Little Wild Horse is net zo goed bekend als de beroemde Antelope Canyon in Page, maar sommige plaatsen in de canyon zijn wat minder goed verlicht en wat minder kleurrijk. Echter Little Wild Horse Canyon is veel gevarieerder en afwisselender en veel minder druk.













Wij vonden Little Wild Horse Canyon geweldig. Hier was de gelegenheid de 4 wheel drive uit te testen. De weg is erg slecht en een gedeelte bestond alleen uit heel zacht zand. We komen er moeiteloos door heen, het is allemaal prima gegaan. We gaan proberen hoe ver we de canyon in kunnen komen. Op de parkeerplaats staan meer auto’s dus er zijn meer mensen die de trail in de canyon lopen. Genoeg water mee, want de temperatuur loopt al weer op, zelfs al is het een beetje bewolkt. De canyon begint al vrij snel nauw te worden. Om er te komen lopen we een stuk door een droge rivierbedding. De rotsen om ons heen hebben prachtige kleuren. Duidelijk is te zien dat het gesteente uit verschillende lagen is opgebouwd. Veel rose rotsen met strepen erin. Zacht materiaal, het water slijpt de meest mooie vormen erin. Op een gegeven moment denken we niet verder meer te kunnen. Klaas ziet echter kans over een groot rotsblok te klauteren en mij mee te nemen. Leuk hoor! Na deze hindernis zoeken we de afslag naar de Little Wild Horse Canyon want we willen niet de afslag naar de Bell Cayon pakken.

We hadden gelezen dat als we na het grote rotsblok bij een T-splitsing kwamen we rechtsaf moesten. Gelukkig klopt dat en het is duidelijk te zien waar we heen moeten. De canyon is prachtig en zeer gevarieerd. Hoge wanden die op het ene moment heel dicht bij elkaar staan en even later weer ver uit elkaar. De rotsen zijn heel verschillend wat betreft structuur, kleur en vorm. Je kan duidelijk zien dat het water, met stenen en zand, deze canyon uitgeslepen heeft. Sommige wanden lijken net een gatenkaas, terwijl verderop de wanden golven en kronkelen. Het pad kronkelt door de canyon en soms moeten we klimmen en over rotsblokken kruipen.

Op een gedeelte van het pad dat we willen gaan lopen, staat water. Gelukkig steken er enkele stenen boven water en met de hinkstap sprong houden we droge voeten. Het ene moment loop je door een nauwe sleuf en een eindje verder is de canyon weer heel wijd. Op die open plekken groeien bomen en ander planten. Leuk al die verrassingen, afwisselingen, kleuren, vormen, etc. we genieten met volle teugen.


Na een uur besluiten we terug te lopen maar ook dan verveelt het niet. Het is en blijft prachtig. Op de parkeerplaats is het warmer dan tussen de rotsen.

Terug rijden we dezelfde weg, er is nog niets veranderd het landschap is en blijft verrassend.

Open vlaktes, losstaande rotsen (buttes) kliffen, riffen in allerlei kleuren en vormen. We rijden dezelfde terug, door de open vlakte, richting Capitol Reef. Van alles wat we gezien hebben zijn we moe geworden en zetten de auto even aan de kant om te rusten. Na een half uurtje rijden we verder. Als we in de buurt komen van Capitol Reef stoppen we bij een parkeerplaats waar de Fremont River langs stroomt.

Het water perst perst zich hier door en over (uitgesleten) rotsen. Hier is goed te zien hoe het proces zich voltrekt en het resultaat hebben we vanmorgen in Little Wild Horse Canyon gezien. Het water slijpt de rots uit en hier is ook een kleine waterval. Het is prachtig en al dat water is een verademing ten opzichte van de droge gebieden die we vanmorgen hebben gezien. Geen wonder dat de Mormonen zich vestigden in de omgeving van water, het was hun eerste levensbehoefte.

Bij de volgende parkeerplaats is een trail naar de Hickman-bridge. Een natuurlijke (brug) boog hoog boven in de rotsen. We werken wel weer aan onze conditie vandaag! Eerst loop je een stukje langs de Fremont River en dan stijgt het pad, 400 feet langzaam omhoog tot 5720 feet boven zeeniveau. Bij het begin van de trail hebben we een kleine brochure van de hike meegenomen. Hierin worden verschillende punten beschreven over de omgeving en de historie van het gebied. In het verleden leefden hier bewoners van de Fremont cultuur in de rotswanden zijn nog holtes waar ze hun eten, bonen en granen, bewaarden. Na hun kwamen de Mormonen.


De omgeving waar we lopen is erg droog en er staan maar een paar bloeiende planten. Op de hellingen liggen ronde zwarte rotsblokken. In het verleden is hier een vulkaanuitbarsting geweest en werd de omgeving bedekt met een deken van lava. Door gletsjers en waterstromen zijn de brokken lava afgebroken, hebben zich ronde bollen gevormd en zijn over de omgeving verspreid geraakt. Onderweg zien we in een wash een rotsbodem met grote holen. Het water heeft deze gaten gemaakt. Na regen stond hier water in en de vroegere bewoners gebruikten deze potholes als watervoorraad. Na een poosje komen we bij de Hickman Natural Bridge en deze is 133 feet breed en 125 feet (40m) hoog. De boog is genoemd naar Joseph S. Hickman die leraar was bij de Mormonen in Fruita. De boog is kolosaal en indrukwekkend. Dat zoiets, tonnen aan rots kan blijven staan en de natuur dit gevormd heeft. Eerst ontstaat er een smalle “muur” van zandsteen. In deze wand komt een holte en deze slijt steeds verder uit totdat de holte instort en er een opening ontstaat. Gevolg is dat weersinvloeden nog meer vat krijgen op de restanten en wind, regen en waterstromen het geheel nog verder uitslijpen.

Het resultaat mag er zijn. We lopen onder de boog door en bekijken hem nu ook van de andere kant. Vervolgens lopen we door en krijgen we een schitterend uitzicht over de vallei. Een prachtig uitzicht over de Fremont rivier, boomgaarden en over de verschillende plateaus.

Na al het moois lopen we terug en besluiten de Capitol Reef Scenic Drive te rijden. Langs het bezoekers centrum, weer over de Fremont River tot zover we met de auto mogen en kunnen. Er is geen echte ingang, met slagboom, en we moeten zelf een fee kopen zoals we bij Valley of Fire hebben gedaan. Envelop met geld in de bus en ingevuld briefje op het dashbord. Het is een mooie rit en het is duidelijk te zien dat we langs een rif rijden.

Hoge steile rotswanden en onder aan de kliffen rotsblokken. De meest vreemde rotsformaties zien we.

Er is er één bij die lijkt op een verwrongen gezicht van een buitenaards wezen. We blijven maar roepen van o.. wat mooi.

Op de terugweg gaan we naar Panorama Point. Vooral als de zon ondergaat moet je een prachtig uitzicht hebben. Met de 4 wheel drive is het geen enkel probleem om op de locatie te komen. Met een stofwolk achter ons komen we bij het uitkijkpunt van Sunset Point, met een panoramisch uitzicht op de omliggende rotsen. Helaas laat de zon ons in de steek en daarom gaan we nog even naar Gooseneck Overlook. Dit uitzichtpunt ligt hoog en beneden kun je de rivier zien en die heeft de vorm van een ganzenek. Na een poosje van het uitzicht, over de Sulphur Creek Canyon, genoten te hebben gaan we terug.

Voor vandaag hebben we genoeg stenen gezien. Het is hoog tijd voor de inwendige mens. Een hamburger en een kipfiletje gaan er wel in en het smaakt ons heerlijk. We leveren de auto in en volgen verder de dagelijkse routine van koffie, douchen, foto’s kijken en weblog bijhouden.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten