vrijdag 30 juli 2010

Yellowstone – Grand Teton - Colter Bay Village

Zaterdag 27 juni 2009.

Toegift op de laatste dag Yellowstone.



Heerlijk geslapen en als we naar buiten kijken lijkt het weer een stralende dag te worden. Vannacht was het koud, 2 graden C, maar de temperatuur gaat snel omhoog. Rustig aan beginnen we hebben voor vandaag niet zo’n druk programma. Lekker ontbijten in de camper en genieten van het camping volk om ons heen wat wakker wordt. Vervolgens rijden we naar het visitors center om wat inkopen te doen en naar huis te bellen. Vandaag hebben we telefonisch contact gehad met Fedde & Teatske. We horen dat ze geslaagd is. SUPER! Al weer een diploma erbij. Nu vinden we de afstand wel erg groot. Wat zijn we trots! Dan naar het dump station, en water tanken. Tussen de bomen langs het dump station ligt nog sneeuw tussen de bomen. Hoe is het mogelijk bijna halverwege het jaar en er ligt nog sneeuw. Dan op weg naar West Thumb. Hier liggen geisers en bronnen langs de rand van Yellowstone Lake. Sommige bronnen liggen zelfs in het meer en dat willen we wel eens zien.

Het is maar een klein stukje rijden. Op de parkeerplaats zoeken we een plekje, we zijn nog vroeg dus plek zat. Even overleggen wat we gaan doen eerst de bronnen of een trail, het wordt de Lake Overlook Trail. We zoeken het pad en we zijn maar net onderweg als we een andere wandelaar tegenkomen. Hij vraagt of wij de trail ook gaan lopen. Na onze bevestiging zegt hij dat halverwege de trail er een groep van 25 elks loopt met jongen. Nou dat willen we natuurlijk zien. Dus op weg. Een stuk verder moeten we de weg, oversteken en dan komen we gelijk in een jong pineforest.

De bosbranden in 1988 hebben hier grote verwoestingen aangericht. Alles is verbrand en de restanten liggen er nog. Gelukkig is de natuur veerkrachtig, overal om ons heen staan jonge bomen. Over een generatie staat hier weer een prachtig bos. Het is een prachtige wandeling en we lopen heel stil om de herten niet af te schrikken. Daardoor zijn we weer bang dat we een beer tegen het lijf lopen. Van parkwachters hadden we begrepen dat beren niet van lawaai houden. Dus als ze mensen aan horen komen gaan ze weg. Wij lopen echter zo zacht dat we zo in de armen lopen van zo’n (knuffel) beer en daar hebben we geen trek in. Nou niet zeuren het is het een of het ander. Het duurt lang en we hebben het idee dat we ze al hadden moeten zien. Ze zijn al weg of we zijn verkeerd gelopen, nou ja, jammer. Het uitzicht is inderdaad adembenemend zo vroeg op de morgen. Het is echt een overlook. Een prachtig uitzicht over Yellowstone Lake met op de achtergrond de Absaroka Mountains. Op sommige plekken zien we mistflarden over het meer drijven en de toppen van de bergen komen nog net boven de mist uit. Beneden zien we het pad wat we gelopen hebben en ook de weg die we moesten oversteken. De parkeerplaats van West Thumb kunnen we niet zien.

Zelf hier boven zien we vulkanische activiteit. Er zijn poeltjes met water en dat is aan het borrelen. Het water is een beetje warm en in sommige poeltjes is het water wat troebel (melkachtig) in andere helder, roodachtig of groenig. In het ene “meertje”

heeft het water een andere kleur dan in het andere. Dit zal wel weer door de bacteriën veroorzaakt worden. Er omheen groeien andere planten dan we onderweg naar boven hebben gezien. Het is niet spectaulair maar wel heel mooi om te zien. De dauw ligt nog over het gras.
















Het hoogste punt (120m) van de trail hebben we bereikt en als we naar beneden kijken zien we de elks. Een grote groep ± 25-30 stuks met ongeveer 7 jongen.

De elk, ook wel bekend als wapiti, is een van de grootste hertensoorten in de wereld en een van de grootste zoogdieren in Noord-Amerika. Elks zijn nagenoeg identiek aan de edelherten in Europa. Lang werd verondersteld dat het een ondersoort was. Echter DNA-bewijsmateriaal uit 2004 doet sterk vermoeden dat het, net als de eland, een apart soort is. Vroege Europese ontdekkingsreizigers in Noord-Amerika kenden alleen de kleinere rode herten in Europa. Ze waren van mening dat dit veel grotere Amerikaanse dier meer leek op een eland. Ze gebruikten de gemeenschappelijke Europese naam voor de eland. De naam elk is verbonden met het Latijnse alces, en met Oudnoors elgr, elg Scandinavische en Duitse Elch. Ze hebben allemaal betrekking op het dier in Noord-Amerika bekend als de eland. De naam Wapiti is van de Shawnee, (waapiti) wat betekent dat witte kruis.

Elks leven in bos en bosachtige gebieden. Ze leven van grassen, planten, bladeren en schors in de winter. Tijdens de zomer, eten elks bijna constant en verbruiken tussen de 4 en 7 kg (10 tot 15 pond) per dag. Ze zijn vooral dol op Aspen (populier) spruiten die in het voorjaar uitlopen. Dit heeft enige invloed hadden op Aspen bosjes die zijn afgenomen in een aantal regio's waar zich veel elks ophouden. De stieren hebben grote geweien die ze elke winter afwerpen. In het voorjaar groeit er weer een nieuw gewei aan. De grootste geweien kunnen1,2 m (4 ft) lang worden en wegen 18 kg. Gewei is gemaakt van bot en kan groeit met een snelheid van 2,5 cm (1 inch) per dag. Tijdens het groeien zijn de geweien bedekt met en beschermde zachte laag van de huid wat sterk doorbloed is, ook bekend als fluweel. Het fluweel verdwijnt in de nazomer, wanneer het gewei zich volledig ontwikkeld heeft. De elk schuurt met zijn gewei langs bomen waardoor het fluweel er afgeveegd wordt. De vorming en het behoud van geweien is het gevolg van het testosteron gehalte. Na de bronst, in de late herfst, daalt het niveau. Deze daling van het testosterongehalte leidt tot het afgooien van de geweien. Tijdens de bronst zijn de mannetjes erg luidruchtig en om op te vallen erg; aanstellerig. Met hun gewei vegen ze door sparren, maken veel lawaai om maar zo dominant mogelijk over te komen. De volwassen stieren strijden om de aandacht van de koeien en proberen een harem bij elkaar te krijgen van ongeveer 20 koeien. Rivaliserende stieren dagen hun tegenstanders uit door te brullen en parallel langs elkaar heen en weer te lopen. Ook gaan ze gevechten aan en soms verwonden ze elkaar met hun gewei. Stieren wegen ongeveer 320 kg en de koeien 225kg. Tijdens de bronst verliest de stier 20% aan gewicht. De koeien vormen na de bronst kuddes tot 50 stuks. Koeien zijn met 2 jaar geslachtsrijp en krijgen meestal 1 en soms 2 kalfjes. De draagtijd bedraagt 240 tot 262 dagen en de kalveren wegen tussen de 15 en 16 kg. Als de wijfjes moeten werpen zonderen zij zich af van de kudde. Na twee weken komen de kalveren ook bij de kudde en na twee maanden zijn ze volledig gespeend. Ze blijven bijna een jaar bij de moeder. Elks worden in het wild 10 tot 13 jaar oud.

In de herfst krijgen ze een dikkere vacht en de Noord-Amerikaanse elks krijgen ook een soort manen langs hun nek. In het voorjaar verharen ze en schuren ze langs bomen om hun oude vacht kwijt te raken. We hebben onderweg veel bomen gezien waarvan de bast aan één kant beschadigd was door dit wrijven en schuren. De kleur van de vacht is verschillend als gevolg van de seizoenen en types van habitats. Grijs of lichtere verkleuring meestal in de winter en een meer roodachtig, donkere vacht in de zomer. Jonge kalveren worden geboren met stippen en vlekken op de rug. Aan het eind van de zomer verdwijnen deze. In de winter vormen ook de mannetjes groepen. Een paar dieren staan op wacht terwijl de anderen grazen of rusten. Als groep kunnen zij zich ook beter verweren tegen roofdieren. De dieren trekken; afhankelijk van het seizoen. In de winter naar de dalen en bossen waar meer beschutting is tegen de winterse kou en waar voldoende voedsel is. In het voorjaar trekken ze weer de bergen in waar minder roofdieren zijn.

Elks zijn gevoelig voor een aantal besmettelijke ziekten, waarvan sommige overdraagbaar zijn op vee. Inspanningen om besmettelijke ziekten te onderdrukken, door vaccinatie, hebben wisselend succes. Elks hebben een belangrijke rol gespeeld in de culturele geschiedenis van een aantal volkeren. Pictogrammen en rotstekeningen van elks werden duizenden jaren geleden door de Anasazi uitgehouwen in rotsen.

Meer recente Indiaanse stammen, met inbegrip van de Kootenai, Cree, Blackfeet, Ojibwa en Pawnee, maakten dekens en mantels van de huiden. De elk was van bijzonder belang voor de Lakota, en speelde een spirituele rol in hun samenleving. Bij hun geboorte kregen Lakota mannen een tand van de elk. Men geloofde dat men hierdoor langer leefde, omdat tanden ook het laatste is wat vergaat. De Lakota geloofden dat de mythische of geestelijke elks, niet de fysieke, de leraar was van de mannen en de belichaming van kracht, seksuele bekwaamheid en moed. De huiden van de elk werden voor duizenden jaren gebruikt voor de tipi dekking, dekens, kleding en schoeisel. Sinds 1967 verzamelen de Boy Scouts of America, bijgestaan door werknemers van de Nationale Elk Refuge in Wyoming, de geweien die elke winter afgeworpen worden. De geweien worden vervolgens geveild. Het grootste gedeelte van de opbrengst gaat terug naar de refuge. In 2006 werden 3.200 kg aan geweien geveild met een opbrengst van $ 76.000. De resterende 980 kg werd direct verkocht voor lokaal gebruik en het herstel van enkele decoratieve bogen in de Jackson Town Square.

Het is een prachtig gezicht de dieren daar te zien. Een paar staan te grazen en een paar anderen liggen in het gras. Verderop onder de bomen liggen een paar jongen. Ze zien ons gelijk en staan, net als wij, afwachtend te kijken wat wij/zij doen. Na een paar minuten gaan de volwassen exemplaren weer door met grazen. Wij blijven dicht bij elkaar en lopen heel langzaam naar ze toe. Ze letten goed op en houden ons in de gaten maar zijn niet verontrust. Op een gegeven moment maakt één van de volwassen dieren een soort blaffend geluid en stamp met zijn voorpoot op de grond. We wachten even af en laten ze nog even aan ons wennen. Met een grote omtrekkende beweging kunnen we dichter bij de kalfjes komen. Die liggen midden in de groep en worden door de rest afgeschermd. Als ze ons zien gaan ze even staan lopen een stukje weg maar even later komen ze weer terug en gaan weer onder de bomen liggen. Fantastisch! We maken ons zo klein mogelijk en komen op een afstand van ongeveer 20 m van een aantal oudere dieren. Daarbij maken we de nodige foto’s en filmpjes. Ze lopen gewoon om ons heen en storen zich helemaal niet aan ons. Ze storen zich helemaal niet meer aan ons en gaan gewoon liggen te herkauwen. Een kalfje rent naar de moeder om te drinken. Dit is genieten en we durven bijna niet te bewegen of te praten. Na geruime tijd besluiten we de dieren met rust te laten en zoeken we onze route weer op. Als we weg gaan komen er net een paar andere wandelaars aan. De dieren zijn gelijk weer alert. Het is duidelijk dat ze de indringers beoordelen of ze een gevaar voor hen zijn of niet. Als ze geen gevaar zien en na een poosje aan je gewend zijn gaan ze gewoon verder met grazen. Dit was echt een toegift van Yellowstone. Langzaam lopen we terug nog steeds nagenietend van wat we hebben meegemaakt. Verder is het erg rustig in het bos. Je hoort weinig vogels en ook andere dieren zien we niet. Wel is het een mooie trail, van 3 km, om te lopen. Bijna op het eind komen we bij een moerassig gebied. Hier kunnen we niet doorheen. Gelukkig hebben ze planken op palen staan waar je overheen moet balanceren. We komen droog aan de overkant. We steken de autoweg weer over en komen bij onze camper. Na deze wandeling hebben we de koffie wel weer verdiend. Heerlijke koffie trouwens, een grote bus vol hebben we van onze zus meegekregen. Bij elk bakje denken we even aan hun. Nu op weg naar West Thumb Geyser Basin.



Het West Thumb Geyser Basin met inbegrip van Potts Basin naar het noorden, is het grootste geiser bekken langs de oevers van Yellowstone Lake. In vergelijking met andere bassins in het westen is het een klein basin. De meeste geisers zijn in de afgelopen jaren “slapend” geworden en zijn nu gewoon bubbelende bronnen. Het bassin bevat veel kleurrijke poelen, warm water bronnen, steam vents en mudpots. Door middel van twee ronde promenade voetpaden, van 0,75 mijl, zijn deze allemaal goed te bekijken. De thermische eigenschappen op deze locatie liggen relatief dicht onder het aard oppervlak, slechts 10.000 voet (3.000 m). West-Thumb is ongeveer even groot als een andere beroemde vulkanische caldera, Crater Lake in Oregon. Deze is echter veel kleiner dan de grote Yellowstone Caldera. Het is opmerkelijk dat West Thumb een caldera is binnen een caldera.

West Thumb is ongeveer 162.000 jaar geleden ontstaan. De druk in de magma kamer, onder het aard oppervlakte, werd steeds hoger. Op een gegeven moment werd de druk zo hoog dat langs de zwakke plekken in het aardoppervlak een ring van breuk zones ontstond. De lava kwam vrij en er ontstond een lege magma kamer. Door het gewicht stortte de lege magmakamer in. De ontstane caldera vulde zich met water en zorgde voor een uitbreiding van Yellowstone Lake. De combinatie van warmte en water creëerde de bronnen in West Thumb Geyser Basin. De thermische eigenschappen van West Thumb zijn niet alleen te vinden op de oever, maar ook onder het water oppervlak van het meer. In 1990 werden verschillende onderwater hydrothermale spots onder water ontdekt. Ze zijn te herkennen als gladde vlekken of lichte uitstulpingen in de zomer.

Tijdens de winter worden de onderwater thermische eigenschappen zichtbaar als gaten in het ijs van het meer. Het omringende ijs heeft soms een dikte van drie voet (een meter).

De meest beroemde hydrothermale bron bij West Thumb is een geiser, op de oever langs het meer, bekend als Fishing Cone. Walter Trumbull van de Washburn-Langford-Doane Expeditie beschreef in 1870 een unieke gebeurtenis. Het betreft een man die aan het vissen was ter hoogte van de kegel. Deze probeerde een gevangen forel met een zwaaiende beweging op de wal te krijgen. Per ongeluk raakte de forel van de haak en viel in de bron. Voor een kort moment probeerde de forel, met grote snelheid, uit de bron te ontsnappen. Daarna kwam de vis boven drijven, dood, en letterlijk gekookt. Fishing Cone barstte vaak, tot 1919, uit tot een hoogte van 40 voet (12 m). In 1921 is een sportvisser was ernstig verbrand toen hij in de bron viel. Om beschadigingen te voorkomen is vissen op de geiser is nu verboden.

Het is heerlijk weer en we maken ons rondje langs de bronnen en andere bezienswaardigheden. De eerste waar we langs komen is Thumb Paint Pots. West Thumb Paint Pots heeft een temperatuur 187-199.8F en een diameter van 30m. Deze potten werden, in 1878 door Hayden Survey, oorspronkelijk Mud Puffs genoemd. De Thumb Paint Pots waren vroeger één van de hoogtepunten voor toeristen. De toeristen kwamen hier met de postkoets uit Old Faithfull, bekeken het basin en gingen met de boot, over Yellowstone Lake terug naar Lake Hotel. Deze modderpotten waren vergelijkbaar met de Fountain Paint Pots. Ze waren bekend om de grote modder kegels in de zomer als de modder veel dikker was. Na 1970 is dit door de hogere grondwaterstand veranderd. Het valt ons nu een beetje tegen en dat komt waarschijnlijk ook omdat het water erg hoog staat. Daardoor is de modder erg dun waardoor het effect veel minder is. Het is een poel met grijze soep en wat schuim, dus daarom maar door naar Seismograph and Bluebell Pools. Deze bronnen waren bekend als de "Blue Pools - blauwe poelen."

Na de Hebgen Lake aardbeving in 1959, met 7,5 op de schaal van Richter, kregen de bronnen een andere naam. Men dacht dat de bron aardbevingen “registreerde” Daarom de naam Seismograph Pool. Soms verandert de kleur en is de bron modderig, maar dat komt niet door seismologische omstandigheden. Deze modder komt uit andere nabij-gelegen modderpoelen. We lopen nu, over de houten vlonders, langs het meer.

Links van ons zien we Lakeside Spring. Dit is een blauw-groene bron waarvan het thermische water uitmondt in Yellowstone Lake. De kleuren zijn het gevolg van Thermophiles (warmte-liefhebbende micro-organismen).

De volgende, Lakeshore Geyser. Als wij er zijn ligt die niet langs de oever maar onder water. Het water niveau staat nu erg hoog in Yellowstone Lake met als gevolg dat de bron onder water ligt. Verhalen uit 1920 en 1930 vertellen van uitbarstingen tot 50 voet (15 meter). De kleinste van de twee openingen ligt meestal tot half augustus onder water. Daarna is het waterpeil dusdanig gezakt dat ook deze krater boven water komt. De grote geyser kookt krachtig en bijna continu. Uitbarstingen zijn niet meer voorgekomen; de laatste was in 1970. Op een dag kan een aardbeving of een andere proces de geiser weer activeren. Misschien dat we dat nog een keer lezen.

Dan komen we bij de Fishing Cone. We hebben plaatjes gezien dat mensen vroeger op de rand stonden te vissen. Als je het nu ziet kun je je, dat niet voorstellen. Het geheel ligt onder water. Heel apart zo’n krater onder water. Uit de informatie lezen we dat in de nazomer, als het water daalt, de krater boven het water oppervlak uit komt.

In 1920 en '30, was er een keer een uitbarsting maar het koude water van het meer heeft het eruptieve gedrag veranderd.

Het water is heel erg helder en af en toe zien we zelfs een grote zalm of forel zwemmen.

Ook groeit er wier en ander planten onder het wateroppervlak. Het zonlicht schittert in het water en dat weerkaatst weer op de bodem. Verder is in het water niet veel te zien. Verderop is de kust rotsig en steekt deze iets over het water. Aan de onderkant van de rotsen hebben zwaluwen hun nesten gemaakt. Ze vliegen af en aan naar de jongen en scheren laag over het wateroppervlak. Ze hebben een goede plek gekozen voor hun nest. Je kan er alleen komen met een boot maar het is daar weer zo ondiep dat de boot er ook niet kan komen. Het is een mooi gezicht zo over de vlonders langs de kust van Yellowstone Lake te lopen. In de verte zien we in het water weer een krater (rijmt wel leuk) en dat is de Big Cone. Dit is een bron/geiser met de grootste krater in of onder het water bij West Thumb. De gehele sinter kegel is 7 meter breed. De opening van de krater heeft een doorsnee van 80 cm. Zoals de rest zat ook deze kegel onder water en pas in de zomer komt deze tevoorschijn. We hebben foto’s gezien van deze bron in de winter. Het meer was dichtgevroren en er lag sneeuw op het ijs. De krater kwam boven de sneeuw uit en de sneeuw er omheen was gesmolten. Ook in de winter stroomde er nog warm water uit de kegel.

De volgende bron die we tegen komen is Black Pool. Black Pool is een van de grootste bronnen in het West Thumb Geyser Basin. De bron is erg diep, wel 10 meter. In het verleden had de bron een donker groene en zwarte uitstraling, vandaar ook de naam. Dit was het gevolg van de natuurlijke, transparante blauwe kleur en de bruin-groene algenbekleding in de bron. De lage temperatuur was verantwoordelijk voor de overvloedige groei van de bruin-oranje-gekleurde microbiële matten.

In 1991 ging de temperatuur omhoog waardoor de bacteriën dood gingen en de kleur van de bron veranderde. Dit was het gevolg van een verschuiving van de thermische activiteit in de omgeving van de bron, deze werd heter. Het is net als Abyss Pool nu één van de mooiste bronnen in West Thumb. De sinter formaties creëren koraal-achtige formaties aan de zijkanten van de bron. De pH (zuurgraad) is 7,8 en daardoor licht alkalisch. Het water uit de bron stroomt onder het looppad door naar Yellowstone Lake. Omdat het water afkoelt kunnen er weer bacteriën in leven. Dit geeft kleurige water stromen naar het meer. Langs de randen heeft de sinter prachtige creaties gevormd. Het is verbazend te zien wat de natuur gevormd heeft.









Toen wij er waren was er net een excursie van een ranger aan een groep toeristen.

Het was een zij, ze gaf uitleg over de bron. Ze had een hengel met daaraan een temperatuur meter. En na een poosje vroeg ze hoe heet de bron was. Sommige mensen hadden het goed. Die hadden goed geluisterd en begrepen dat de kleur van de bron de temperatuur aan geeft.

Abyss Pool moet volgens de omschrijvingen de mooiste bron van west Thumb zijn. Nou dat klopt ook wel, het is een prachtig gekleurde bron. Mooi licht blauw water met een licht groene weerschijn.

Abyss Pool is een kleurrijke en een interessante bron in het West Thumb Geyser Basin. Abyss is de diepste bron, 16 meter, in Yellowstone. Ze kreeg haar naam voor haar afgrond-achtige diepte. Het donker groen-gekleurde water geeft de illusie van een bodemloze put. Vandalisme heeft waarschijnlijk de temperatuur van deze pool veranderd. Munten en ander afval heeft de opening onder in de bron enigszins afgesloten. De verminderde water toevoer, in het voorjaar, heeft temperatuur verlaagd. Daardoor is er een overvloedige algengroei langs de rand en run-off-stroompjes. In het verleden zijn er een paar uitbarstingen geweest van 9 tot 30 meter hoog. Momenteel is de bron / geiser rustig.

Twin Geysers is eigenlijk een geiser met twee openingen. Ze hebben de bijnaam Maggie en Jiggs, karakters uit een cartoon uit begin 20e eeuw. De geisers hebben perioden van lange ruststadia. In 1934 was er een geweldige uitbarsting, van water, modder en puin, die een hoogte bereikte van 40 meter. Wanneer Twin Geisers actief is, zijn er uitbarstingen om de vier tot acht uur totdat ze weer gaat slapen. Ook in stille periodes bubbelt en kookt de geiser en loopt warm water over de rand. In warme perioden heeft het water temperaturen van 213 °F tot 218 °F. IJzeroxiden hebben de omgeving roestbruin verkleurd. Als je voor de bron staat is het net een misvormd gezicht.

Twee blauwe ogen en een verbrande rode neus met daaronder een lachende grijze mond. Je zou er inderdaad een cartoon van kunnen maken.

Blue Funnel Spring is een kleine, blauwe concentrische bron gelegen in het centrum van West Thumb Geyser Basin. De bron heeft een diameter van 6 meter. Wanneer je in het voorjaar langs de bron loopt lijkt deze te bewegen en zich te verplaatsen. Dit fenomeen is niet uniek in Yellowstone en dit wordt veroorzaakt door thermische eigenschappen. Bij Blue Funnel Spring is dit gemakkelijk waar te nemen. Het is een optische illusie, veroorzaakt door schommelingen in het wateroppervlak en door breking van het licht. Het ontstaat wanneer luchtbellen, onder en schuine hoek, aan de oppervlakte komen. Aan de ene kant komen de luchtbellen sneller naar boven dan aan de andere kant. Licht beweegt langzamer in het water dan in de lucht. Omdat het een de ene kant sneller gaat dan aan de andere kant lijkt het of de bron onder het wateroppervlak, beweegt of schommelt.

Het gedeelte wat we nu gaan lopen bestaat uit heel veel bronnen dicht bij elkaar. Door het voetpad kun je er dicht bij komen en ze goed bekijken.

De volgende is Ephedra Spring. De kleur van de bron varieert het hel jaar omdat deze sterk afhankelijk is van de temperatuur van het water. Ook de hoeveelheid water in de bron bepaalt de kleur.

Perforated Pool is een van een groep van hete bronnen in het midden gebied van West Thumb. Deze en een paar andere bronnen schijnen onderling met elkaar verbonden te zijn. Als Abyss en Black Pool actief zijn staat er minder water in Perforated Pool. Het is een mooie bron om te zien, mooi lichtblauw water. Het lijkt net of liggen er twee bronnen vlak achter elkaar. Langs de rand leven zwavel minnende bacteriën. Het teveel aan water loopt via een kanaaltje naar Yellowstone Lake, dat we op de achtergrond zien liggen.

Percolating Spring lijkt als naam wel op de vorige bron maar het is een totaal anders. De naam komt van een koffiezet apparaat. De bron pruttelt als een koffiepot. Dat klopt overal zie je het gekleurde water borrelen en pruttelen.

Aan de andere kant bevindt zich Thumb Geyser. Deze geiser is nu niet meer actief. Dit is het gevolg van de aanvoer van koeler water uit andere bronnen uit de omgeving. De activiteit kan echter zo veranderen. Deze bron bevindt zich in het midden van het West Thumb bekken en dit is een zeer dynamisch gebied. De activiteit in dit gebied is voortdurend in beweging, verandert van seizoen tot seizoen en zelfs van maand tot maand.

Vlakbij bevind zich Collapsing Pool. Deze bron is genoemd naar zijn verschijning. Net als Ledge Spring zie je deze bron soms helemaal vol en mooi blauw van kleur. Een andere keer is de bron half leeg en heel kleurrijk.

Even verderop zien we Ledge Spring. Deze bron heeft heel veel van de vorige. Ook deze is genoemd naar zijn uiterlijke verscijning. Het water fluctueert van volle, hete, blauwe bron in het voorjaar. Een andere keer een koele, kleurrijke bron die voor de helft leeg is. Toen wij er waren was het water in de bron erg helder. Vanaf de rand kleurde de bron van licht geel naar blauwgroen in het midden.Surging Spring is voor vandaag de laatste. Deze bron is 9 meter diep en heeft een temperatuur van 75 graden C. De naam is afkomstig van de incidentele stijgingen van het water in het voorjaar. Vrij vertaald betekend de naam Golvende Lente. De cyclische activiteit gebeurt bijna om de vier tot vijf minuten. Het begint met borrelen van het water zodat het lijkt of het kookt. Het waterpeil van de bron stijgt en vervolgen loopt het water (ongeveer twee minuten) over de rand. Hierna zakt het water wel 4 centimeter onder het oude niveau. De bron loost, tijdens zo’n “uitbarsting”,naar schatting 1200 gallons liter per minuut.Het is een mooi klein geiser gebied om te bekijken. Veel minder druk dan bij Old Faithful. Ook hier zijn mooie gekleurde bronnen het enige wat je hier mist zijn de geisers. Ook hier zijn de bronnen allemaal verschillend, er is er niet een gelijk. Omdat ze ook vlak langs het meer liggen is dit heel apart ten opzichte van de andere bronnen die we gezien hebben. Het is/was zeer de moeite hier even te kijken. De reis gaat weer verder want vandaag willen we naar Grand Teton. Maar weer op weg. Na een paar mijl passeren we, op een hoogte van 2435 meter, weer een keer de Continental Divide. Je moet het wel weten anders heb je niet in de gaten wat hier mee bedoeld wordt. Het is niet iets van zo ziet het er uit, bijvoorbeeld een rotswand of kloof. De Divide is een bergrug van de Rocky Mountains die Amerika als het ware in tweeën verdeeld. Het water aan de ene zijde stroomt af via de oostzijde, het water aan de andere kant via de westzijde. Een stukje verder passeren we Lewis Lake. Een prachtig mooi meer met op de achtergrond beboste bergen. Direct voorbij het meer ligt de rand van de Yellowstone Caldera. Ook hier zie je weinig van en dus geloven het wel. Nog een stukje verder liggen de Lewis Falls; een 9 meter hoge waterval. De camper even parkeren op de parkeerplaats en we lopen naar de waterval. De waterval is niet overweldigend maar wel mooi om te zien. Watervallen zijn trouwens altijd fascinerend. Waarschijnlijk komt het door het stromende water en het geluid, het beweegt en leeft. Vaak bevinden ze zich ook in een mooie groene omgeving. Lang kunnen we er niet van genieten want we worden lek gestoken door steekvliegen. We hebben hier nog geen last van gehad. Waarschijnlijk ruiken we nu lekkerder dan de vorige keren. De afgelopen dagen hebben we ons regelmatig kunnen douchen. Terug naar de camper en het is halverwege de dag dus gaan we pauzeren op de parkeerplaats voor een klein hapje. Hiervandaan hebben we een prachtig uitzicht over de Lewis River die door het landschap kronkelt. De weg volgt de Lewis River verder tot aan de South Entrance van Yellowstone Park dat we nu verlaten. We hebben genoten van Yellowstone. Het was toch anders dan we gedacht hebben. Op sommige plekken vonden wij het erg druk en toeristisch. De natuur was geweldig, vooral de grote dieren zoals, bizons en elks, maar ook de kleinere soorten zoals ground squirls en bergmarmotten. Misschien hebben we wel iets teveel geisers en bronnen bekeken maar ondanks dat was het zeker de moeite waard. We zijn hier ruim 4 dagen geweest en dat had niet korter moeten zijn want dan heb je geen idee van het park. Achteraf gezien hadden we wel wat meer trails willen lopen en daarom moeten we nog maar een keer terugkomen om dat goed te maken.

Nu gaan we op weg naar Grand Teton en we zijn benieuwd wat we hier te zien krijgen. In Nederland hadden we al gelezen dat ze met de weg bezig waren en dat klopt. Ze hebben het asfalt verwijderd maar we ondervinden niet veel oponthoud. We kunnen rustig doorrijden. De weg tussen Yellowstone en Grand Teton is de John D. Rockefeller Jr. Memorial Parkway. Na een poosje komen we door de South Intrance en nog een stukje verder komen we bij Flagg Ranch Information Centrum. Even binnen kijken voor wat informatie maar we zijn snel uitgekeken. Dan maar op weg naar onze camping bij Colter Bay waar we al een plaatsje hebben gereserveerd. Even later steken we de Snake River over maar dat hebben we niet echt door. Na een poosje rijden we langs een groot meer, Jackson Lake. Even verderop is een parkeerplaats waar we even stoppen. Hier hebben we al een prachtig uitzicht op de bergen van Teton Range.

Nou als dit het begin is, dan beloofd dat heel wat. Daarom besluiten we wat te gaan eten bij de picknick tafel. Al etend genieten we van de omgeving. Voor vanmiddag hebben we nog meer op het programma staan, dus daarom verder richting Colter Bay. De omgeving is prachtig, het is hier veel groener dan in Yellowstone. Ook zijn de bossen hier meer intact, waarschijnlijk zijn hier veel minder bosbranden geweest dan in Yellowstone. Het is een prachtige rit naar Colter Bay Village. We zijn vroeg maar dat is geen probleem en we worden vriendelijk geholpen. De camper plaats weten we nu en omdat we ons nu al gemeld hebben kunnen we zo laat terug komen als we willen. We vragen de ranger welke routes we kunnen lopen. De ranger waarschuwt ons dat sommige routes afgesloten zijn in verband
met beren. De zalm is aan het trekken en voor de beren is het nu visseizoen. Ook veel visplaatsen voor hengelaars zijn gesloten. Wel kunnen we de trail doen bij Jenny Lake en daarom weer op stap. De route daar naar toe is heel afwisselend. Dan rij je weer door bossen en het volgende moment over lage bergen en tussen begroeide heuvels, prachtig.

Na een poosje passeren we Willow Flats Overlook. Hier stoppen we niet, want dat doen we wel een ander keer. Een stukje verderop komen we bij Jackson Lake Junction en slaan we af naar de Teton Park Road. Vervolgens komen we over de Jackson Lake Dam. De Snake River stroomt door Jackson Lake en vanaf de uitlaat van de dam gaat de Snake River weer verder. Het voornaamste doel van de dam is om als waterberging te fungeren voor irrigatie in het Snake River basin in de staat Idaho. Jackson Lake is een natuurlijk meer, maar door de dam is het waterpeil veel hoger geworden. De eerste Jackson Lake Dam was een log-crib dam, gebouwd in 1906 in de uitlaat van Jackson Lake. Er werd een dam opgeworpen tot een hoogte van 22 feet (6,7 m) boven het water niveau. Echter de dam mislukte in 1910. In fases werd er tussen 1911-1916 een nieuwe dam van gebouwd van beton en aarde tot een hoogte van 30 feet (9,1 m) boven het water niveau van het meer. Uit studies van het US Bureau of Reclamation kwam naar voren de Jackson Lake Dam gevoelig was bij aardbevingen van 5.5 of hoger. De dam werd opgewaardeerd van1986-1989 en zou nu een aardbeving van 7.5 kunnen weerstaan. Vlakbij de dam is een parkeerplaats en we lopen even terug over de dam. Het water stort met geweld naar beneden en je voelt de kracht van het water door het trillen onder onze voeten. Het water stroomt snel door de Snake River.

Aan de andere kant zien we Jackson Lake met op de achtergrond een paar prachtige bergen, zoals Mount Moran, die weerkaatst in het water. Ook hier ligt nog sneeuw op de bergen. Even later passeren we Chapel of the Sacred Heart en dat zien we net even te laat. Dit is iets voor op de terugweg. Al rijdend over de Teton Park Raod heb je een prachtig uitzicht op de bergen van Teton Range. We komen steeds dichter bij de bergen en daardoor worden ze ook indrukwekkender. Na een poosje komen we aan op de parkeerplaats bij South Jenny Lake Junction. Het is er druk maar we kunnen de camper kwijt. Proviand en veel drinken mee voor onderweg want het is een behoorlijke tocht. We besluiten de route tegen de klok in te lopen. Mochten we al moe worden dan kunnen we met de shuttle boat terug.

Jenny Lake is het op één na grootste meer in het park. Het moet één van de mooiste bergmeren van Noord-Amerika. Het is mooi maar om te zeggen één van de mooiste gaat ons net iets te ver. Het meer is ongeveer 12.000 jaar geleden gevormd door gletsjers. De gletsjer duwde puin, grond en stenen door Cascade Canyon waardoor deze uitsleet en er een ravijn is ontstaan. De gletsjer ging verder en maakte een diepe kuil in het landschap waardoor Jenny Lake ontstaan is. Toen het ijs gesmolten was bleef er een meer achter. Het meer wordt geschat op 260 voet (79 m) diep en omvat 226 hectare (0,9 km ²). Jenny Lake wordt beschouwd als een belangrijk knooppunt in het Grand Teton National Park. Er zijn veel wandelroutes, mogelijkheden voor schilderachtige boottochtjes. Ook is hier het startpunt voor de klimroutes van de hoogste toppen van de Teton Range. Het meer ligt aan de voet van de Cathedral Group, dat zijn drie van de meest indrukwekkende bergen van de Teton Range (Grand Teton, Owen en Teewinot). Verder naar het noorden ligt Mount St. John, en tussen deze berg en de Cathedral Group ligt de Cascade Canyon. Een diepe canyon waardoor je zicht krijgt op het hart van de bergketen.


Jenny Lake is vernoemd naar de Indiaanse vrouw van de 19e eeuwse pionier Richard Leigh. De hele trail om het meer is ruim 10 km en we zien wel hoe ver we komen. Het is een prachtige wandeling. Aan de ene kant heb je het zicht op het meer en aan de ander kant heuvels en rotsen met veel begroeiing. Het pad gaat steeds omhoog en naar beneden en je moet goed kijken waar je loopt. Overal liggen stenen en rotsen. Eigenlijk loop je langs de rand van de morene. Een soort stuwwal van de gletsjer. Het is prachtig weer en redelijk warm maar omdat we veel onder de bomen lopen hebben we er weinig last van. Af en toe lopen we naar beneden, naar de rand van het meer en dan heb je een prachtig

uitzicht over het meer. Op de achtergrond de grote bergen van Teton Range. In de verte zien we ook steeds de shuttle boat heen en weer varen. Onderweg komen we maar weinig mensen tegen. Als we ongeveer een derde van de tocht gelopen hebben staan we voor een snel stromende rivier. Deze rivier voert het water af uit Leigh en String Lake. Hier moeten we helemaal omheen lopen en op een gegeven moment moet je een brug over steken. Nu lopen we aan de overkant van de rivier weer

teug naar de monding van de rivier en Jenny Lake. De rivier, hoe hij heet weet ik niet, is wild en woest. Het is een prachtig gezicht het water met zoveel geweld aan je voorbij te zien stromen.

Bij de monding van de rivier staan mensen te (vlieg)vissen. Met lieslaarzen staan ze in de rivier of liggen ze met een bootje voor de monding. Ze zullen wel vissen op forel. De omgeving wordt nu anders, het is hier vochtiger. Eigenlijk lopen we nu aan de voet van de berg. Water loopt langs de rotsen naar beneden waardoor er een hele ander plantengroei is dan aan de andere kant van het meer. Veel orchideeën en andere soorten planten. Hier zijn veel meer bloemen dan in Yellowstone.






















Overal zie je stroompjes met water, van de berg en langs het pad en af en toe moet je smalle geultjes met water oversteken. Zoals het water uit de Hanging Canyon. Een klein stukje verder is de steiger voor de shuttle boat. Het is er druk het is een komen en gaan van toeristen. Echt moe zijn we niet en daarom zien we af van de terugtocht per boot. We proberen de route weer op te pakken terug naar ons begin punt. Het blijkt dat er twee routes zijn. De ene langs het meer en de

andere via Hidden Falls en per ongeluk belanden we op deze route. We hebben geen zin om terug te lopen dus nemen we deze watervallen ook even mee. Via een vrij steil pad klim je omhoog. In de verte horen we het kabaal van de waterval maar door al de bomen kunnen we deze nog niet zien. Bij een bruggetje steken we de Cascade Creek over en dan heb je het zicht op de Hidden Falls hoe die naar beneden valt. Wat is het hier druk, mensen wat een mensen. Ondanks dat heb je een prachtig uitzicht op de waterval die 80 meter naar beneden valt. Niet in één keer, maar in een aantal etappes. Door de drukte willen we terug, richting camper. Daarom slaan we Inspiration Point Trail over. Onze voeten beginnen we enigszins te voelen en we hebben gelezen dat dit een vrij steile trail is met een hoogte verschil van 130 meter en een lengte van 650 meter. Onderweg hebben we af en toe weer een prachtig uitzicht over het meer. Ook hier weer allemaal bloeiende planten. Wilde rubus (braam) akelei en salomonszegel. Ook heel veel varens en mossen. Het is toch een hele tippel en door het dalen en klimmen beginnen we nu onze benen te voelen.

Op de parkeerplaats even bijkomen. Benen even strekken en meloen eten. Het is heerlijk weer en dan smaakt zo’n koud stukje meloen, lekker fris vooral na deze toch wel inspannende wandeling. Op de parkeerplaats staat een Toyota Prius van het Nat. Park en we kunnen het niet laten deze even op de foto te zetten. De portieren zijn prachtig versierd met het landschap van Grand Teton. Mooi stukje reclame voor het park en ook voor het auto merk. Schone auto en een prachtige omgeving. In verschillende brochures hebben we iets gelezen over de Lupine Meadows en aangezien de lupinen nu bloeien willen we daar wel even heen. Nou dat valt tegen. De weg is onverhard en niet zo geweldig voor de camper. We kunnen niet keren en we zijn bang dat we straks vast komen te zitten. Dit was niet zo’n goed idee. Op het eind is een parkeerplaats en daar kunnen we draaien. Wat ons betreft kunnen de lupinen er wel blijven we gaan gelijk terug. Het wordt al laat en we willen, vooral met de camper, geen risico’s lopen. Opgelucht komen we weer op de grote weg en gaan we weer terug richting onze

camping. Wel stoppen we even bij de Chapel of the Sacred Heart en gaan even naar binnen. Het is een heel kleine Katholieke kapel. Het is vrij donker binnen en het komt daardoor wat somber over. Achter in de kerk is een mooi brandgeschilderd raam. Soms wordt er hier nog gekerkt en worden er huwelijken gesloten. De buitenkant is wat betreft de blokhut constructie van boomstammen mooi om te zien. Het kerkje staat langs de oever van Jackson Lake. We steken de Jackson Lake Dam weer over een zien een aantal auto’s in de berm staan. Er zal wel wat bijzonders zijn om te zien. Even later zien we een paar grote vogels door het lange gras lopen. Aan de kant van Jackson Lake is het een moerassig gebied en daar leven kraanvogels, de Sandhill Crane.

De Sandhill Crane wordt ook wel Witte kraanvogel genoemd en is een grote kraanvogel soort van Noord-Amerika. De gemeenschappelijke naam van deze vogel verwijst naar zijn habitat. Het leefgebied bij de Platte River, aan de rand van Nebraska 's Sandhills in de Amerikaanse Midwest. Volwassenen vogels hebben meestal een grijs verenkleed. Tijdens het broeden en de vogeltrek is het kleed meer oker gekleurd. Het is een grote vogel met een spanwijdte van 6 tot 8 voet. Het is een goede zwever die gebruikt maakt van de lucht thermiek; dit kunnen ze uren vol houden. Tijdens de trek, met honderden vogels tegelijk, maken ze ook gebruik van de onzichtbare kolommen van stijgende lucht. In hun overwinteringgebieden vormen ze koppels van meer dan 10.000 vogels. Hun broedgebied is in de moerassen en veengebieden van Noord-Canada, Alaska en het Midwesten en het zuidoosten van Verenigde Staten. Ze nestelen in moerasvegetatie of op de grond bij het water. Het vrouwtje legt twee eieren op een heuvel van de planten materiaal. Kranen kiezen een partner voor het leven. Beide ouders voeden het jong, genaamd (colts) "veulens", die na een korte tijd in staat zijn om zichzelf te voeden. De jongen krijgen gedurende vele weken vliegles waarin zij lopen en dansen met hun ouders. Als het nest in gevaar is, bijvoorbeeld door roofdieren, worden de eieren of jongen fel verdedigd. Ze doen dat niet alleen met de snavel maar ook door met hun poten te schoppen. De jongen beginnen pas tussen de 2 en 7 jaar met voortplanting. Gemiddeld worden ze 12,5 jaar oud. In gevangenschap kunnen ze wel 25 jaar worden.

Het zijn er 3 en ze lopen rustig te fourageren. Steeds meer auto’s blijven stilstaan. Sommige bestuurders zijn er klaar voor want die hebben super lange telelenzen mee. Het lijken wel grote geweerlopen of bazooka’s. Dit zijn schijnbaar de echt bird watchers. Verderop loopt nog een groep herten, het zullen wel elks zijn, maar ze zijn te ver weg om het goed te zien. Het is al laat geworden en het was weer een lange dag, dus we zoeken de camping op. Als we het terrein van de camping opdraaien zien we een

bord langs de weg staan met Be Bear Awaer. De boodschap is duidelijk en we zijn gewaarschuwd. De camper krijgt zijn plaats en we sluiten alles weer aan. Hier hebben we stroom en water zodat we alles weer op kunnen laden. Eerst even lekker eten en na genieten van deze prachtige dag. In het kantoortje hebben ze Wifi dus we kunnen internetten en het thuisfront weer op de hoogte stellen van onze belevenissen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten